Vragen van de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Vrouw uit Nederland hielp al-Shabaab met geld» (ingezonden 25 juli 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 8 september 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2815.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Vrouw uit Nederland hielp al-Shabaab met geld?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Bent u bekend met andere gevallen waarbij binnen Nederland geld wordt ingezameld ten bate van de jihad?

Antwoord 2

De meldingen over ongebruikelijke transacties die te relateren zijn aan (potentiële) uitreizigers en terroristische groeperingen worden doorgemeld naar de opsporings- en inlichtingendiensten.

In 2013 werden in totaal 108 terrorismedossiers (die meerdere meldingen van ongebruikelijke transacties kunnen omvatten van diverse financiële instellingen (niet alleen wisselkantoren)) op die wijze doorgemeld. Uit het verdere (opsporings-)onderzoek moet vervolgens blijken of inderdaad sprake is (geweest) van terrorismefinanciering of dat, zoals veelal het geval lijkt te zijn, ze informatie bevatten waarmee inzicht verkregen kan worden in terroristische netwerken.

Het verdachte karakter van een transactie is gebaseerd op de ongebruikelijkheid van de transactie; door dat enkele feit is een verdachte transactie nog niet in verband gebracht met een strafbaar feit. Juist het in kaart brengen van een mogelijk verband met een strafbaar feit vergt in de praktijk substantieel onderzoek van opsporingsinstanties. Aangezien de meldingen persoonsgegevens dan wel opsporingsgegevens betreffen, kan ik over de inhoud van de meldingen geen mededelingen doen. Verder kan ik vanwege de belangen van opsporing en vervolging geen mededelingen doen over (eventuele) strafrechtelijke onderzoeken.

Vraag 3

Bent u bereid een uitgebreid onderzoek te doen naar islamitische geldstromen ten bate van de gewapende jihad en daar ook islamitische liefdadigheidsinstellingen bij te betrekken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3

Nee, momenteel loopt een WODC onderzoek naar de financiële steun vanuit onvrije landen naar Nederlandse instellingen en stichtingen (uitvoering motie Segers c.s. 29 754, nr. 221). Dit WODC onderzoek biedt een inventarisatie van gegevens en informatie, zowel in Nederland als in de financierende landen, over de financiering van islamitische instellingen in Nederland vanuit vijf landen waarvan bekend is dat er financiering van islamitische instellingen in Nederland plaats vindt. Somalië is niet een van de geselecteerde landen.

Vraag 4

Bent u bereid alle personen en organisaties in Nederland die de jihad financieren onmiddellijk (op) te sluiten, en in geval van personen indien mogelijk te denaturaliseren en uit te zetten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Financiële steun verlenen aan het plegen, voorbereiden of vergemakkelijken van een terroristische misdrijf is strafbaar. Het Openbaar Ministerie (OM) besluit per geval of tot vervolging wordt overgegaan. Daarbij betrekt het OM de bij de Landelijke Eenheid en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten beschikbare informatie. Naast deelneming aan een terroristische organisatie (artikel 140a Sr) is ook de financiering van terrorisme strafbaar gesteld (art 421 Sr). Ik zie geen aanleiding om het onderscheid tussen beide wetsartikelen weg te nemen. Na een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling wegens onder andere terroristische misdrijven, zoals deelname aan een terroristische organisatie, kan momenteel het Nederlanderschap worden ontnomen. Zoals aangekondigd in het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme wordt deze mogelijkheid uitgebreid.


X Noot
1

Telegraaf.nl, 23 juli 2014

Naar boven