Vragen van de leden Beertema, De Graaf en Bosma (allen PVV) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over alinea’s uit het AIVD-rapport «Transformatie van het jihadisme in Nederland» (ingezonden 7 juli 2014).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 4 september 2014).

Vraag 1

Kent u de alinea’s uit het rapport «Transformatie van het jihadisme in Nederland» van de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst (AIVD) waarin gesproken wordt over een bekende dawa-salafist en andere salafisten die aan jonge kinderen «onverdraagzame, anti-integratieve en zelfs jihadistische geloofsopvattingen» overdragen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat is de naam van de genoemde dawa-salafist en hoe heet de islamitische instelling voor opvoeding en educatie waaraan hij verbonden is? Hoe wordt deze instelling bekostigd?

Bent u bereid de genoemde dawa-salafist in administratieve detentie te nemen, uit te zetten en de instelling te sluiten en dit ook toe te passen in alle vergelijkbare gevallen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

Ik kan in het openbaar geen mededelingen doen over operationele aangelegenheden.

In het algemeen geldt dat ik samen met mijn collega van Veiligheid en Justitie doorlopend de noodzaak tot nieuwe, aanvullende of verscherpte wettelijke voorzieningen tegen het licht houd. Indien noodzakelijk zal ik direct optreden en zorgen voor gerichte versterking van het wettelijk instrumentarium. Op dit moment achten wij het creëren van aanvullende administratieve detentie ten behoeve van terrorismebestrijding niet noodzakelijk. Het Openbaar Ministerie (OM) beschikt over toereikende wettelijke instrumenten om, in samenwerking met de politie, strafrechtelijk op te treden. Zo is het mogelijk een persoon bij verdenking van een terroristisch misdrijf in bewaring te stellen, ook buiten het geval van ernstige bezwaren tegen de verdachte. Daarnaast kunnen diverse bestuurlijke instrumenten ingezet worden, zoals het stopzetten van toeslagen en uitkeringen, het nemen van paspoortmaatregelen en het bevriezen van financiële tegoeden.

Vraag 4

Worden de lessen door de in het rapport genoemde salafistische moslims alleen aan moslimkinderen en -jongeren aangeboden of ook aan niet-moslims?

Antwoord 4

De lessen waar in het rapport «Transformatie van het jihadisme in Nederland» aan gerefereerd wordt, zijn bedoeld voor de vorming van islamitische jeugd. Ik heb aanleiding noch aanwijzingen om aan te nemen dat de lessen ook worden aangeboden aan niet-moslims.

Vraag 5

Hoeveel minderjarige moslimbekeerlingen telt Nederland en hoeveel komen daar jaarlijks bij?

Antwoord 5

Deze cijfers zijn niet bekend omdat dergelijke informatie niet geregistreerd wordt.

Registratie acht ik ook niet wenselijk.

Vraag 6

Welke stappen gaat u ondernemen om het overdragen van onverdraagzame, anti-integratieve en jihadistische opvattingen aan kinderen en jongeren te bestrijden?

Antwoord 6

Mijn collega's van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben op 29 augustus jl. het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme aan uw Kamer verstuurd. Het doel van het Actieprogramma is drieledig: beschermen van de democratische rechtsstaat, bestrijden en verzwakken van de jihadistische beweging in Nederland, en het wegnemen van de voedingsbodem voor radicalisering (2014Z14564).

Met de Agenda Integratie wordt daarnaast bijgedragen aan de democratische vorming van jongeren langs de lijnen «Omgaan met anderen en verinnerlijken van waarden», «Grenzen stellen en opvoeden» en «Meedoen en zelfredzaam zijn». Voor een uitgebreide beschrijving van de verschillende beleidslijnen en bijbehorende beleidsinstrumenten verwijs ik naar de Agenda Integratie die uw Kamer op 19 februari 2013 heeft ontvangen van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (kamerstuk 32 824 nr. 7).


X Noot
1

AIVD-rapport «Transformatie van het jihadisme in Nederland» – 2014 (p. 32 en 35)

Naar boven