Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan
de Minister-President over de aanhoudende antisemitische golf die ons land overspoelt
(ingezonden 1 augustus 2014).
Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister-President,
de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(ontvangen 2 september 2014)
Vraag 1
Kent u het artikel «Joodse vrouw zwaar mishandeld om Israëlische vlag»?1
Vraag 2 en 3
In hoeverre ziet u het snel groeiende gevaar van het islamitisch gelegitimeerde antisemitisme
in ons land?
Deelt u de mening dat de schrikbarende ontwikkelingen van de afgelopen periode escaleren,
zeker ook gezien het gegeven dat er sprake is van doodsbedreigingen, het gooien van
brandende fakkels en inmiddels zelfs grof geweld tegen Joodse medeburgers?
Antwoord 2 en 3
Het kabinet verwerpt antisemitisme en elke andere vorm van discriminatie. Ieder mens
moet zich in Nederland veilig en gerespecteerd voelen. Door racisme of antisemitisme
gedreven geweld van wie dan ook vormt een bedreiging van onze rechtsstaat die hard
wordt aangepakt door het kabinet.
De stijging van het aantal meldingen van antisemitisme in de afgelopen weken lijkt
vooral voort te komen uit versterkte tegenstellingen als gevolg van de affiniteit
van mensen in Nederland met één van de strijdende partijen in het Midden-Oosten. Het
is goed invoelbaar dat mensen in Nederland uiting geven aan zorgen, verdriet en woede
over wat elders in de wereld gebeurt. We zijn er echter met elkaar voor verantwoordelijk
dat conflicten die zich elders in de wereld afspelen niet leiden tot antisemitische
en anderszins discriminatoire uitingen of oplopende spanningen en conflicten tussen
bevolkingsgroepen in onze Nederlandse samenleving en dat wij elkaar met wederzijds
respect tegemoet blijven treden. Vanuit dat perspectief zal er door het kabinet ook
een interreligieuze bijeenkomst worden georganiseerd in november.
Het kabinet zal, zoals ook is aangekondigd in de gemeenschappelijke verklaring na
het overleg met de Joodse organisaties op 4 augustus jongstleden, in navolging van
verschillende gemeenten, het initiatief nemen met alle betrokken partijen om de oplopende
spanningen tussen groepen te bespreken en waar nodig te interveniëren. Dit zal onder
meer gebeuren in de eerstvolgende Ronde Tafel antisemitisme bijeenkomst op 24 september
a.s.
We juichen het initiatief toe van de Raad van Moskeeën en de Unie van Marokkaanse
Moskeeën Nederland om in moskeeën op te roepen tot tolerantie en zetten het gesprek
graag voort. De Joodse gemeenschap vormt een onlosmakelijk onderdeel van Nederland,
net als andere minderheidsgroeperingen. Wij zijn het erover eens dat de gesprekken
tussen de vertegenwoordigers uit al deze gemeenschappen van grote waarde zijn.
Vraag 4
Wanneer spreekt u zich klip en klaar uit tegen het steeds extremer wordende antisemitisme
in Nederland?
Antwoord 4
Ik verwijs naar mijn antwoord op vragen 2 en 3. Ook in de verklaring die is uitgegaan
naar aanleiding van het gesprek op maandag 4 augustus jl. met de Joodse gemeenschap
staat dat er in Nederland geen plaats is voor discriminatie en antisemitisme.
Vraag 5
Bent u bereid zo spoedig mogelijk de tien aangedragen actiepunten om te zetten in
beleid ten einde deze golf van antisemitisme tegen te gaan?2 Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Met u onderschrijft het kabinet de noodzaak om hard op te treden tegen antisemitisme
en discriminatie.
Waar het gaat om het tegengaan van Jihadisme bericht ik u binnenkort, samen met de
Minister van Veiligheid en Justitie, over de aanpak van het kabinet.
Naast alle reeds op discriminatie ingezette maatregelen waarover uw Kamer jaarlijks
wordt geïnformeerd middels de voortgangsbrief, zal door inzet op de sporen educatie,
opvoeding en rolmodellen (peer education) een impuls worden gegeven aan de preventie
en bestrijding van discriminatie en antisemitisme. In dat kader, en als vervolg op
het Catshuisoverleg van 4 augustus jongstleden, zijn de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap en ik in een overleg met het Centraal Joods Overleg ook overeengekomen
om op korte termijn op lokaal niveau rondetafelgesprekken met gemeenten, scholen en
vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties te organiseren.
Eerder zijn in 2013 twee Ronde Tafels georganiseerd t.b.v. de aanpak van antisemitisme
onder jongeren welke onder meer geleid hebben tot acties om handelingsverlegenheid
onder onderwijzers tegen te gaan, leermiddelen beter beschikbaar te maken en antisemitisme
bespreekbaar te maken in Turkse kring. Over deze aanpak is de Kamer 16 januari jongstleden
geïnformeerd.3