Vragen van de leden Segers (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Omtzigt (CDA) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de Gaza-demonstratie van 24 juli 2014 in Den Haag (ingezonden 28 juli 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 27 augustus 2014).

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht «De Gaza-demo die helemaal niet over Gaza ging»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Is de bedoelde demonstratie aangemeld conform de geldende wet- en regelgeving terzake? Is daarbij waarheidsgetrouwe informatie verstrekt door de organisatoren over het te verwachten verloop van de demonstratie?

Is toestemming verleend voor de demonstratie? Welke lering is daarbij getrokken uit het verloop van recente eerdere demonstraties die verband houden met de situatie in het Midden-Oosten?

Antwoord 2 en 3

Volgens de burgemeester van Den Haag was de demonstratie op de gebruikelijke wijze aangemeld, zoals verplicht gesteld in artikel 2:3 de Algemene Politieverordening voor Den Haag 2009. Hierbij is aangegeven dat er 50 demonstranten werden verwacht. Dit getal komt overeen met het aantal personen dat de politie gedurende de demonstratie heeft waargenomen.

Zie voorts het antwoord op de schriftelijke vraag 2 van de leden De Graaf, Helder en Wilders over de antisemitische demonstratie door moslims in Den Haag (ingezonden 25 juli 2014) en op de schriftelijke vragen 2 en 3 van de leden Marcouch en Yücel over de demonstratie van ISIS-aanhangers (ingezonden 28 juli 2014.2

Vraag 4

Hebt u zich vergewist van het verloop van de demonstratie? Hebben de politie en het openbaar ministerie (OM) hetzelfde gedaan? Is er op toegezien dat geen overtredingen van het strafrecht of regels ter zake van de openbare orde hebben voorgedaan? Stelt het OM nader onderzoek in naar mogelijke overtredingen, zoals de belaging en bedreiging van een of meer journalisten en het oproepen tot Jodenhaat?

Antwoord 4

Zie het antwoord op de schriftelijke vragen 2 en 3 van de leden Marcouch en Yücel over de demonstratie van ISIS-aanhangers (ingezonden 28 juli 2014)3, het antwoord op de schriftelijke vragen 2 en 3 van de leden De Graaf, Helder en Wilders over de antisemitische demonstratie door moslims in Den Haag (ingezonden 25 juli 2014)4.

Vraag 5

Hoeveel agenten waren aanwezig bij de demonstratie? Waren er voldoende politiemensen aanwezig om de veiligheid van omstanders en journalisten te garanderen en om te beoordelen of spreekkoren binnen de grenzen van de wet bleven? Wie nam het besluit om niet op te treden bij de antisemitische uitingen?

Antwoord 5

Zie het antwoord op de schriftelijke vraag 5 van het lid Dijkhoff (VVD) over de berichten «GeenStijl bedreigd op ISIS-demo, politie doet niks» en «Van Aartsen, het Kalifaat heerst in uw Schilderswijk» (ingezonden 25 juli 2014)5 en het antwoord op de schriftelijke vraag 2 van de leden De Graaf, Helder en Wilders over de antisemitische demonstratie door moslims in Den Haag (ingezonden 25 juli 2014).6

Vraag 6

Kunt u beschrijven of en hoe journalisten bedreigd zijn? Welke strafrechtelijke actie wordt daarop ondernomen?

Antwoord 6

Zie het antwoord op de schriftelijke vraag 3 van de leden De Graaf, Helder en Wilders over de antisemitische demonstratie door moslims in Den Haag (ingezonden 25 juli 2014)7

Vraag 7

Deelt u de mening van de burgemeester dat er met antisemitische spreekkoren en het vertonen van jihad-vlaggen geen grenzen zijn overschreden of deelt u de mening dat die grenzen wel zijn overschreden?

Antwoord 7

Ik verwijs naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag 6 van de leden Van Klaveren en Bontes over de antisemitische demonstratie in Den Haag (ingezonden 25 juli 2014)8.

Vraag 8

Welke beloften heeft de burgemeester van Den Haag gedaan in een gesprek met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap met betrekking tot ingrijpen bij uitingen van antisemitisme? Heeft hij die belofte gehouden bij de demonstratie van 24 juli 2014?

Antwoord 8

Hetgeen tussen deze partijen is besproken is een zaak van deze partijen waarover de burgemeester verantwoording aflegt aan de gemeenteraad.

Vraag 9

Vindt u het wenselijk en is het toegestaan om met de vlag te zwaaien van ISIS, een volgens de Verenigde Naties terroristische organisatie?

Antwoord 9

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft mij bericht dat het medio augustus het landelijke standpunt ten aanzien van de strafbaarheid van symbolen, vlaggen en andere uitingsvormen nader heeft bepaald. Daarbij is rekening gehouden met de meest recente ontwikkelingen nadat lokaal reeds eerder beleid was afgestemd. Het standpunt houdt in dat nu IS (voorheen ISIS/ISIL) en Hamas (door de EU en de VN) verboden, terroristische organisaties zijn die tot doel hebben geweld te plegen tegen bepaalde bevolkingsgroepen, het in het openbaar tonen van deze vlaggen van deze organisaties naar het oordeel van het Openbaar Ministerie strafbaarheid oplevert, op grond van artikel 137d en 137c Wetboek van Strafrecht. Tegen het dragen van deze vlaggen zal dan ook worden opgetreden.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden De Graaf, Helder en Wilders (allen PVV), ingezonden 25 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13686), van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren), ingezonden 25 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13687), van het lid Dijkhoff (VVD), ingezonden 25 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13688) en van de leden Marcouch en Yücel (beiden PvdA), ingezonden 28 juli 2014 (vraagnummer 2014Z13708)

Naar boven