Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 2842 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 2842 |
Klopt het bericht dat Wajongers met een indicatie voor AWBZ dagbesteding een aankondiging voor herkeuring hebben ontvangen? Indien ja, waarom en hoeveel mensen met een dergelijke indicatie hebben een aankondiging ontvangen? Gaat het om alle mensen met een indicatie voor AWBZ dagbesteding?
Alle Wajongers hebben van UWV een brief ontvangen waarin is aangegeven wat de mogelijke gevolgen van de Participatiewet zijn. Deze brief is een begin van de communicatiecampagne die UWV heeft opgezet. In het AO van 26 juni jongstleden heb ik aangegeven dat in de Wajong naar schatting ongeveer 10.000 Wajongers zitten die ook in de dagbesteding zitten.
Het is toch waar dat mensen die activiteiten verrichten in het kader van de AWBZ dagbesteding zijn vrijgesteld van herkeuring?1 Zo ja, waarom hebben zij dan toch een aankondiging voor herkeuring ontvangen en hoe gaat u dit misverstand rechtzetten? Zo nee, kunt u uitleggen waarom het standpunt hierover is veranderd?
In de ontwerpwijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten is geregeld dat het UWV onder bepaalde omstandigheden zonder beoordeling kan vaststellen dat een Wajonger geen arbeidsvermogen heeft. Dit ziet onder meer op Wajongers die op of na 1 januari 2008 activiteiten in het kader van dagbesteding in de zin van de AWBZ hebben gevolgd (zie het in artikel I, onderdeel D, opgenomen artikel 2a, tweede lid, onderdeel c, onder 5°). Wajongers met AWBZ dagbesteding zijn dus niet vrijgesteld van de herbeoordeling (van alle Wajongers wordt immers het arbeidsvermogen beoordeeld), maar bij deze groep zal zonder nader onderzoek kunnen worden vastgesteld dat zij geen arbeidsvermogen hebben. Dat betekent dat zij ook met ingang van 1 januari 2018 dezelfde uitkering behouden als zij nu hebben. Overigens staat het deze mensen natuurlijk vrij zelf bij UWV aan te geven dat zij wel arbeidsvermogen hebben, wanneer zij die mening zijn toegedaan.
Wanneer er informatie beschikbaar is over dagbesteding, is dit vastgelegd in de individuele dossiers van Wajongers. Bij de herbeoordelingsoperatie kan dit dus duidelijk worden vanaf het moment dat UWV een individueel dossier heeft opgepakt. Wanneer hierin staat dat een Wajonger op of na 1 januari 2008 activiteiten heeft verricht in het kader van de AWBZ dagbesteding, zal een dergelijke Wajonger het oordeel geen arbeidsvermogen krijgen in de vooraankondigingsbrief.
Daarbij is het echter wel goed te vermelden dat in het dossier niet altijd informatie over dagbesteding is opgenomen. Deze informatie is immers in het verleden niet altijd relevant geweest voor UWV bij de uitvoering van de Wajong. Wanneer dit het geval is kan dit tot de volgende drie mogelijkheden leiden:
1. De Wajonger wordt op basis van een ander criterium beoordeeld als «geen arbeidsvermogen» en ontvangt hierover een vooraankondigingsbrief.
2. De Wajonger wordt op basis van een ander criterium beoordeeld als «wel arbeidsvermogen» en ontvangt hierover een vooraankondigingsbrief.
3. De Wajonger wordt opgeroepen voor een beoordeling bij UWV.
Wanneer mogelijkheid 2 of 3 zich voordoet, dan is het voor een Wajonger die in dagbesteding activiteiten heeft uitgevoerd voldoende dit enige feit (onderbouwd) aan te dragen. Wanneer UWV hiervan op de hoogte wordt gesteld, zal UWV tot het oordeel komen dat er geen sprake is van arbeidsvermogen.
Voorhangprocedure van het ontwerpbesluit tot aanpassing van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten – Kamerstukken II, 29 544, nr. 527.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2842.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.