Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de groei van het anti-homogeweld (ingezonden 30 juli 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 2 september 2014) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2826

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Meer geweld tegen homo's in Amsterdam»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Hoe duidt u de enorme stijging van het aantal geweldsincidenten specifiek gericht tegen homo's?

Deelt u de analyse dat er, gezien de enorme aantallen, allang geen sprake meer is van incidenten maar van een groot structureel probleem? Zo nee, wanneer spreekt u bij dit probleem wel van een structureel probleem?

Antwoord 2 en 3

Het bewuste mediabericht spreekt over een lichte toename van geweld tegen homo’s, van 176 geregistreerde incidenten in 2012 naar 189 in 2013. Deze gegevens zijn ontleend aan informatie van de politie-eenheid Amsterdam. Dit doet overigens niets af aan de ernst van de feiten. Het kabinet neemt dit probleem zeer serieus. Ik verwijs ook naar het antwoord op vragen 4 en 5.

Vraag 4

Erkent u inmiddels dat niet-westerse allochtonen in Amsterdam relatief gezien veel vaker verdachte zijn van anti-homogeweld dan autochtonen? Zo ja, wat doet u met dat gegeven?

Antwoord 4

De Nationale politie registreert niet op de etnische achtergrond van verdachten of daders. Geweld tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders is altijd onaanvaardbaar ongeacht wie de verdachte of dader is.

Vraag 5

Wanneer trekt u de conclusie dat het beleid van praatprojectjes en knuffelinitiatieven tegen homogeweld hebben gefaald en dat het tijd is voor repressie in de vorm van lik-op-stuk-beleid, snelrecht en veel zwaardere straffen?

Antwoord 5

Geweld tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders is ernstig en onacceptabel. Dit kabinet staat voor een aanpak die enerzijds is gericht op preventie van dit geweld, door uit te dragen dat «anders zijn» dient te worden geaccepteerd en gerespecteerd in onze samenleving, en anderzijds op een repressieve aanpak van geweldsdelicten die gericht zijn tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders. De aanpak van homofoob geweld is opgenomen in de prioriteiten van de Veiligheidsagenda 2015–2018.

Naar boven