Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het klimaat- en energiebeleid (ingezonden 18 juli 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 21 augustus 2014)

Vraag 1

Bent u bekend met de discussies in de ambtelijke werkgroep die momenteel de Nederlandse inzet voor het 2030 raamwerk voor klimaat- en energiebeleid concretiseert?1

Antwoord 1

Zoals gebruikelijk bij het formuleren van beleid, vindt er momenteel een ambtelijk voorbereidingsproces plaats dat verschillende beleidsopties uitwerkt. Momenteel is nog onbekend hoe het Europese krachtenveld zich zal ontwikkelen, welke onderhandelingsopties op tafel zullen liggen, en welke consequenties verschillende opties voor Nederland kunnen hebben. Bovendien wachten wij het onderzoek van PBL en ECN naar de gevolgen van het EU-klimaat en energiepakket 2030 voor Nederland af, dat voor Prinsjesdag naar de Kamer gestuurd zal worden. In het voortraject voor de Europese Raad zal uw kamer worden geïnformeerd over de Nederlandse inzet met betrekking tot de onderhandelingen over het Europees Klimaat- en Energieraamwerk voor 2030.

Vraag 2

Klopt het dat in deze werkgroep het voorstel aan de orde is om landen hun «hot air» (onder de zogenaamde Effort Sharing Decision) mee te laten nemen naar de post-2020 periode?

Antwoord 2

Zie het antwoord op vraag 1.

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit voorstel het 2030 doel van 40% emissiereductie zou afzwakken?

Antwoord 3

Zie het antwoord op vraag 1. Het kabinet staat op het standpunt dat in 2030 tenminste 40% CO2-reductie en 27% hernieuwbare energie op EU-niveau gerealiseerd dient te worden.

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat uw inzet zal zijn dat de CO2-bubbel die lidstaten opbouwen niet overgedragen mag worden naar de post-2020 periode, zodat dit surplus niet het 2030 klimaatdoel kan bedreigen?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 1.


X Noot
1

In de kabinetsreactie op de mededeling van de Europese Commissie betreffende het raamwerk voor klimaat- en energiebeleid 2020–2030 (Kamerstuk 33 858, nr. 2) schrijft u: «Het voorgestelde bindende doel van 40% emissiereductie, te realiseren binnen Europa, is voor het kabinet acceptabel als minimale uitkomst van de onderhandelingen binnen de EU.»

Naar boven