Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 en andere besluiten in verband met de Wet afschaffing plusregio’s (ingezonden 24 juli 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 21 augustus 2014).

Vraag 1, 3, 4

Waarom hebt u dit ontwerpbesluit voor invoering van vervoersregio's tijdens het reces aan de Kamer voorgelegd?

Bent u zich ervan bewust dat deze brief, op dit moment en met deze reactietermijn, niet voldoet aan artikel 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving?1

Bent u bereid deze brief terug te trekken?

Antwoord 1, 3, 4

Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik naar mijn brief van heden met kenmerk IENM/BSK-2014/156009, waarin ik heb aangegeven dat in de brief van 14 juli 2014 waarin het ontwerpbesluit naar u is gezonden abusievelijk niet is vermeld dat ten aanzien van de termijn van de voorhang de hoofdregel van artikel 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt aangehouden. Tevens is in deze brief aangegeven dat op grond van artikel 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving de termijn in verband met het zomerreces van uw Kamer en van de Eerste Kamer wordt verlengd tot 30 september 2014. De brief van 14 juli 2014 wordt met deze brief aangevuld en niet ingetrokken.

Vraag 2, 5

Waarom hebt u niet gewacht tot na de behandeling van de Wet afschaffing plusregio's (Kamerstukken 33 659) in de Eerste Kamer?

Bent u bereid deze vragen voor 1 augustus 2014 te beantwoorden?

Antwoord 2, 5

Voor wat betreft het voorhangen van ontwerpbesluiten tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer verwijs ik graag naar hetgeen daarover is gesteld door de toenmalige Staatssecretaris van Justitie in zijn brief van 12 oktober 2009, kenmerk 5623783, over vooruitlopen op aanhangige wetgeving. Voor een goede beoordeling van een ontwerpbesluit in de voorhang is het niet nodig ook de volledige parlementaire behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer af te wachten.

In zijn brief heeft de Staatssecretaris van Justitie aangegeven dat een voorhang van een ontwerpbesluit plaats kan vinden nadat het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is aangenomen. Dan staat – indien de wet ook daadwerkelijk tot stand komt – de reikwijdte van de delegatiebepaling vast. Van belang is dat de voordracht van de algemene maatregel van bestuur, en daarmee met het aanhangig maken bij de Raad van State, niet wordt gedaan dan nadat de feitelijke handeling van voorhang is verricht en de beide Kamers de gelegenheid hebben gehad hun reactie te geven. Op deze wijze kan recht worden gedaan aan het oordeel van het parlement.

Ik heb gedurende het reces prioriteit gegeven aan de beantwoording van de vragen, om deze binnen de gestelde termijn te kunnen beantwoorden.


X Noot
1

Voorhang tijdens recesperiode. Aanwijzing 43a.

Naar boven