Vragen van het lid Van der Steur (VVD) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het kwijtraken van geld na een pseudokoop van drugs (ingezonden 18 juli 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 21 augustus 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2711.

Vraag 1

Kent u het bericht «Flater politie met undercovergeld»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kloppen de feiten in dit bericht? Zo ja, kunt u uitleggen hoe het geld buiten het gezichtsveld van de politie is geraakt? Welke maatregelen worden er genomen om soortgelijke risico’s te minimaliseren?

Antwoord 2

In het belang van het lopende onderzoek kan ik hierover geen mededelingen doen anders dan dat aan het uit het zicht raken van het zogenaamde toongeld een ongelukkige samenloop van omstandigheden vooraf ging die niet was te voorzien.

Vraag 3

Is er naar uw mening nog een kans dat het geld alsnog wordt teruggevonden?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Hoe zijn de verantwoordelijkheden bij samenwerking verdeeld, gelet op het feit dat er bij deze transactie is gebruik gemaakt van Portugese pseudokopers en is samengewerkt met de Drug Enforcement Administration? Is er gehandeld in overeenstemming met de Nederlandse wet- en regelgeving?

Antwoord 4

In het belang van het onderzoek kan ik hierover geen nadere mededelingen doen. Er is gehandeld in overeenstemming met de Nederlandse wet- en regelgeving.


X Noot
1

Telegraaf, 17 juli 2014

Naar boven