Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Defensie over het bericht dat de marineleiding helikopters wil kopen als alternatief voor de NH-90 (ingezonden 14 juli 2014).

Antwoord van Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) (ontvangen 19 augustus 2014)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Marineleiding wil ruilheli’s kopen?»1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat u, na het debacle met de NH-90, zo snel mogelijk een alternatieve gevechtshelikopter moet aanschaffen om te voorkomen dat de Koninklijke Marine jarenlang niet operationeel kan worden ingezet?

Antwoord 2

Nee. De corrosie- en slijtageproblematiek heeft weliswaar grote gevolgen voor het tempo waarmee de NH-90 in de krijgsmacht kan worden geïntroduceerd, maar de inzet is om die problemen samen met NAHEMA en de fabrikant op te lossen. Daaraan wordt nu hard gewerkt. Voor het capaciteitstekort de komende jaren worden compenserende maatregelen uitgewerkt. De NH-90 helikopters functioneren indien inzetbaar naar wens. Zo was de inzet van de NH-90 helikopter tijdens de antipiraterijmissie voor de kust van Somalië en in het Caribisch gebied succesvol.

Dat de Koninklijke Marine jarenlang niet operationeel kan worden ingezet, is een verkeerde voorstelling van zaken. In mijn brief van 27 juni jl. over de voortgang van het NH-90 project (Kamerstuk 2014Z12237) en in het algemeen overleg over de NH-90 op 2 juli jl. heb ik u bijvoorbeeld gemeld dat de helikoptercapaciteit in grote lijnen toereikend is voor antipiraterijmissies, maar dat voor inzet in het Caribisch gebied aanvullende capaciteit zal moeten worden gevonden. Dat kan onder meer door de inzet van een Cougar vanaf Curaçao of van een helikopter van de US Coast Guard aan boord van onze schepen.

Vraag 3

Klopt het dat door het ontbreken van een gevechtshelikopter op marineschepen o.a. de antipiraterijmissies niet optimaal kunnen worden uitgevoerd en goedgetrainde piloten en andere experts massaal Defensie zullen verlaten?

Antwoord 3

Indien de schepen niet worden uitgerust met een boordhelikopter, zijn er gevolgen voor de operationele inzetmogelijkheden. De Kamer is daarover eerder geïnformeerd, bijvoorbeeld in de brief over de inzet van maritieme helikopters in 2013 (Kamerstuk 32 706, nr. 43 van 10 april 2013). Zo zullen de mogelijkheden afnemen om objecten in een zeegebied te detecteren en te onderscheppen. Zeegebieden worden minder doeltreffend bewaakt. Daarnaast is het lastiger om medische evacuaties en search and rescue taken uit te voeren.

Defensie stelt dan ook alles in het werk om alsnog vervangende helikoptercapaciteit te verkrijgen, dan wel andere maatregelen te treffen om de beperkingen zo veel mogelijk op te heffen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat in de buurt wordt geopereerd van een schip met een role 2 capaciteit aan boord. Over dit soort maatregelen hebben wij ook van gedachten gewisseld tijdens het algemeen overleg over de verlenging van Ocean Shield en Atalanta op 22 januari 2014.

Vraag 4

Welke mogelijkheden ziet u om bijvoorbeeld SH-60 Seahawks te kopen, die momenteel in de etalage staan bij de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland?

Antwoord 4

Defensie werkt momenteel compenserende maatregelen uit om het capaciteitstekort te verminderen, waaronder de inzet van extra eigen Cougar-helikopters. Er is vooralsnog geen aanleiding om de aanschaf van een ander helikoptertype te overwegen.

Vraag 5

Deelt u de mening dat u zo snel mogelijk voldoende (financiële) middelen moet krijgen om uw operationele taken uit te voeren? Zo ja, bent u bereid te bevorderen dat het defensiebudget voor volgend jaar fors wordt verhoogd?

Antwoord 5

De defensie-uitgaven maken deel uit van de integrale afweging tijdens de begrotingsbesprekingen.


X Noot
1

Telegraaf, 11 juli 2014

Naar boven