Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de wijze waarop ziekenhuizen euthanasieverzoeken behandelen (ingezonden 2 juli 2014).

Mededeling van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 28 juli 2014).

Vraag 1

Kent u het bericht «Voor het eerst meer dan 100 euthanasieaanvragen in ASz»?1

Vraag 2

In hoeverre is de verhouding tussen 109 aanvragen voor euthanasie en 15 daadwerkelijke gevallen van euthanasie in het Albert Schweitzer ziekenhuis afwijkend van de verhouding tussen het aantal aanvragen en daadwerkelijk uitgevoerde gevallen van euthanasie in Nederland?

Vraag 3

Deelt u de mening van de euthanasieconsulenten van genoemd ziekenhuis dat achter de meeste aanvragen voor euthanasie niet per se de wil van de patiënt tot het beëindigen van het leven zit? Zo ja, waarom? Blijkt dat ook uit wetenschappelijk onderzoek? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Is het in het bericht gestelde waar dat geen ander ziekenhuis «(het praten over) euthanasie zo structureel (heeft) opgenomen in zijn dienstverlening» als het Albert Schweitzer ziekenhuis? Zo ja, waarom is dat zo? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Acht u het wenselijk dat ziekenhuizen structurele dienstverlening ten aanzien van euthanasie ontwikkelen? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

De vragen van het lid Arib (PvdA) over de wijze waarop ziekenhuizen euthanasieverzoeken behandelen (ingezonden 2 juli 2014)

kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is de vakantieperiode.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op deze Kamervragen doen toekomen.

Ik streef er naar u deze voor het einde van het zomerreces toe te sturen.

Naar boven