Vragen van de leden Schouw en Sjoerdsma (D66) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Congolese getuigen van het Strafhof ondanks zorgen toch uitgezet zijn (ingezonden 8 juli 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 25 juli 2014).

Vraag 1 t/m 5

Wat is uw reactie op het bericht «Congolese getuigen Strafhof ondanks zorgen toch uitgezet»?1

Wat is uw reactie op het onderzoek van Amnesty International wat erop wijst dat het justitiële systeem van de Democratische Republiek Congo niet voldoende uitgerust is om de rechten van deze gedetineerde getuigen beschermen?2

Wat is uw reactie op de zorgen van zowel Amnesty International als Human Rights Watch dat deze getuigen in de Democratische Republiek Congo het risico lopen op slechte behandeling, een oneerlijk proces en zelfs de doodstraf?

Klopt het dat (een aantal van) deze getuigen al jarenlang gedetineerd waren zonder enige vorm van proces in de Democratische Republiek Congo, voordat zij naar Nederland kwamen om te getuigen? Zo ja, hoe beoordeelt u de uitspraak dat dat zij bij terugkeer geen reëel risico lopen op een «flagrant denial of justice»?

Klopt het dat deze uitzetting gebaseerd is op toezeggingen van de Democratische Republiek Congo aan het Internationaal Strafhof en niet aan Nederland? In hoeverre kan Nederland zich beroepen op toezeggingen die gedaan zijn aan een derde partij in een dergelijke overeenkomst?

Antwoord 1 t/m 5

Ik heb kennis genomen van het bericht in de Volkskrant en de door de genoemde organisaties geuite zorgen.

In de eerste plaats hecht ik eraan om op te merken dat de betreffende getuigen op verzoek van het Internationaal Strafhof (hierna: het Strafhof) naar Nederland zijn gekomen om te getuigen in strafprocessen voor het Strafhof. Het Strafhof is één van de hoekstenen voor de vervolging en berechting van de ernstigste misdrijven. Vanuit haar diepgaande betrokkenheid bij de bevordering van de internationale rechtsorde heeft Nederland zich vanaf het begin groot voorstander van het Strafhof getoond. Het is ook vanuit die betrokkenheid dat Nederland de verantwoordelijkheid heeft genomen om als gastland voor het Strafhof te functioneren.

Nederland kent een zorgvuldige asielprocedure met rechterlijke waarborgen om vast te stellen of een vreemdeling kan terugkeren naar zijn land van herkomst. De hoogste nationale vreemdelingenrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft op 27 juni 2014 geoordeeld dat er geen beletsel is voor deze Congolese getuigen om terug te keren naar hun herkomstland. Daaropvolgend heeft ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) nog dezelfde datum bericht geen voorlopige maatregel uit te vaardigen. De Afdeling en het EHRM hebben derhalve geen beletsel gezien in de terugkeer van deze getuigen. Dat is dan ook het uitgangspunt voor mijn verdere handelen geweest.

De Dienst Terugkeer en Vertrek heeft daarop de terugkeer ter hand genomen en op 6 juli jongstleden zijn betrokkenen naar de Democratische Republiek Congo teruggekeerd.

Uit de uitspraak van de Afdeling van 27 juni 2014 blijkt dat alle elementen tijdens de gerechtelijke procedure uitvoerig aan de orde zijn geweest en gewogen. De uitspraken van de Raad van State zijn openbaar en te vinden via http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/ (zaaknummers: 201310221/1V1, 201310225/1/V1, 201310217/1/V1).

Vraag 6 en 7

Kunt u (in fte) uiteenzetten wat voor capaciteit het Strafhof heeft om de veiligheid en het proces van deze getuigen in de Democratische Republiek Congo te monitoren?

Welke instrumenten heeft het Strafhof om te interveniëren als de rechten van deze getuigen toch geschonden worden in de Democratische Republiek Congo?

Antwoord 6 en 7

Het is de verantwoordelijkheid van het Strafhof om, op grond van artikel 93, zevende lid, van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (hierna: het Statuut) na getuigenis door een getuige die als gedetineerde uit een ander land is overgebracht, passende voorzieningen te treffen voor overbrenging van de betrokken persoon naar het land van herkomst. Hierbij neemt het Strafhof de bepalingen van de Rules of Procedure and Evidence in acht, die zien op het zo nodig treffen van beschermende maatregelen. Het Strafhof, onder wiens verantwoordelijkheid betrokkenen in gedetineerde toestand zijn overbracht naar de detentie eenheid van het Strafhof, heeft bepaald dat de gedetineerde getuigen na afloop van hun getuigenis dienden terug te keren naar de Democratische Republiek Congo in overeenstemming met het Statuut en de daarop ziende afspraken tussen de Democratische Republiek Congo en het Strafhof. Nederland respecteert uiteraard, met inachtneming van haar andere internationaalrechtelijke verplichtingen, de uitspraken van het Strafhof. Getuigenbescherming is essentieel voor het functioneren van het Strafhof. Het Strafhof is hiervoor verantwoordelijk en neemt die verantwoordelijkheid zeer serieus. Zo heeft het Strafhof maatregelen genomen ter bescherming van de getuigen tegen mogelijke represailles na terugkeer in de Democratische Republiek Congo vanwege hun getuigenis. Die maatregelen houden onder meer in dat medewerkers van het Strafhof de vreemdelingen in de Democratische Republiek Congo regelmatig bezoeken om hun veiligheidssituatie te beoordelen. Ook zal het Strafhof toezicht houden op gerechtelijke procedures tegen hen. Ik ben niet bekend met de omvang van de capaciteit die het Strafhof tot haar beschikking heeft om de bovengenoemde verantwoordelijk vorm te geven; deze getuigenbescherming valt onder de verantwoordelijkheid van het Strafhof.

Vraag 8, 9 en 10

Bent u van mening dat Nederland als gastland van het Internationaal Strafhof een bijzondere verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van deze getuigen?

Bent u bereid om actief contact te onderhouden met de Congolese autoriteiten over het welzijn en de procedure van de drie getuigen?

Kan de Nederlandse ambassade intensief contact onderhouden met lokale advocaten van de drie getuigen?

Antwoord 8, 9 en 10

Zoals bekend acht ik monitoring van individuele vreemdelingen na terugkeer niet passen binnen een stelsel waarbij na zorgvuldige toelatingsprocedures en toetsing door de rechter vertrouwd moet kunnen worden op de uitkomst van die zorgvuldige procedure. Dat geldt ook in deze zaken. In deze bijzondere zaak geldt, zoals in de beantwoording hierboven al weergegeven, bovendien dat het Strafhof afspraken heeft gemaakt met de Democratische Republiek Congo ten behoeve van de drie getuigen. Nederland staat hier buiten.


X Noot
2

«The time for justice is now: New strategy needed in the Democratic Republic of Congo», AI Index AFR 62/006/2011 (http://www.iccnow.org/documents/afr620062011en.pdf)

Naar boven