Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken
over het bericht «Huurcontract bindt gemeente in dossier schaliegas» (ingezonden 13 september
2013).
Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 17 oktober 2013).
Vraag 1
Bent u bekend met het bestaan van een privaatrechtelijk contract tussen de gemeente
Boxtel en het bedrijf Brabant Resources, een dochteronderneming van Cuadrilla?1
Antwoord 1
Ja.
Dit is een overeenkomst tussen de gemeente Boxtel en het bedrijf Brabant Resources.
Het Ministerie van Economische Zaken is geen partij bij deze overeenkomst en dus ook
niet betrokken geweest bij de totstandkoming ervan.
Vraag 2, 3 en 4
Hoe verhoudt de privaatrechtelijke inspanningsverplichting om de benodigde vergunningen
te helpen verkrijgen in dit contract zich tot de publiekrechtelijke verantwoordelijkheden
van het College van Burgemeester en Wethouders (B&W) wanneer een gemeente democratisch
besloten heeft niet mee te werken aan de opsporing en winning van schaliegas?
Zijn u andere huur- of pachtcontracten of andere overeenkomsten bekend tussen bedrijven
en gemeentelijke of provinciale overheden die betrokken zijn bij schaliegaswinning
op andere opsporingslocaties of in andere gemeenten? Zo ja, welke?
Heeft u voor of na ondertekening door de gemeente van het contract met Brabant Resources
gecommuniceerd over deze overeenkomst met de gemeente? Zo ja, waaruit bestond deze
communicatie?
Antwoord 2, 3 en 4
Zoals ik heb aangegeven in het antwoord op vraag 1, is het Ministerie van Economische
Zaken geen partij in deze overeenkomst. De gemeente heeft een autonome bevoegdheid
om contracten aan te gaan. De verantwoordelijkheid ligt volledig bij de gemeente Boxtel
en Brabant Resources. Over een dergelijke overeenkomst hoeft formeel ook niet met
mij gecommuniceerd te worden.
Vraag 5, 6 en 7
In hoeverre bestaat in algemene zin een recht op schadevergoeding of een andere vorm
van genoegdoening indien de gemeente geen uitvoering geeft aan de contractueel vastgelegde
inspanningsverplichting bij de vergunningverlening?
In hoeverre bestaat in algemene zin een recht op schadevergoeding als een gemeente
het contract ontbindt?
In hoeverre bestaat in algemene zin een recht op schadevergoeding door de gemeente
of het Rijk als een gemeente een dergelijk contract niet verlengt als de opsporing
vertraagd is vanwege het moratorium op schaliegaswinning?
Antwoord 5, 6 en 7
De Staat der Nederlanden is geen partij in een door de gemeente Boxtel gesloten overeenkomst.
De Staat is dan ook niet aansprakelijk.
De gemeente is mogelijk schadeplichtig bij niet-nakoming van de overeenkomst of ontbinding
van de overeenkomst. Of en in welke mate er sprake is van een schadeplichtigheid is
afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daar kunnen hier geen algemene uitspraken
over worden gedaan. In ieder geval is het niet aan de Minister om hier een oordeel
over te geven.
Vraag 8
In hoeverre bestaat in algemene zin een recht op schadevergoeding als het Rijk de
opsporingsvergunning intrekt?
Antwoord 8
Een intrekking van een opsporingsvergunning op andere gronden dan de wet toestaat,
leidt tot vernietiging van die intrekking. De bestuursrechter kan in een dergelijk
geval, zo nodig, zelf in de zaak voorzien zodat de vergunning in stand blijft. De
schade die optreedt door vertraging van de werkzaamheden en procedurekosten in bezwaar
en beroep leiden in beginsel tot een plicht tot schadevergoeding.
Vraag 9 en 10
Bent u bereid gemeenten in dergelijke omstandigheden juridische ondersteuning te bieden?
Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid in overleg te treden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
over welke ondersteuning er is voor gemeenten of provincies die vanwege de bevoegdheid
van het Rijk betreffende de ondergrond en de bevoegdheden van gemeenten en provincies
betreffende de bovengrond in juridisch drijfzand dreigen terecht te komen rond schalie
en steenkoolgaszaken?
Antwoord 9 en 10
Ik ben bereid om mijn ministerie een toelichting te laten geven over de procedures,
zoals deze opgenomen zijn in de Mijnbouwwet en onderliggende regelgeving over de opsporingsvergunning
en de mijnbouwmilieuvergunning en andere wettelijke bepalingen met betrekking tot
mijnbouwwerken, zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke
ordening en de Woningwet. Ik kan mij niet mengen in een privaatrechtelijke overeenkomst
waarin ik als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden geen partij ben.
Vraag 11
Kunt u deze vragen beantwoorden voor eind september, zodat deze gelijktijdig met de
Milieueffectrapportage (m.e.r). van Cuadrilla door de Kamer kan worden behandeld?
Antwoord 11
Nee, dit is helaas niet gelukt.
X Noot
1Brabants dagblad, 11 september 2013