Vragen van de leden Karabulut en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Eritreeërs in Nederland onder grote druk staan van de Eritrese regering (ingezonden 20 juni 2014).

Antwoord van Minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 18 juli 2014)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat Eritreeërs in Nederland nog altijd onder grote druk staan om geld af te staan dat ten goede komt aan het regime in Eritrea? Kunt u zich achter de bedreigde burgers scharen en hen de mogelijkheid bieden om anoniem aangifte te doen? Zo nee, erkent u dat gegeven de grote druk en angst, mensen bijna geen aangifte zullen doen? Zo ja, op welke wijze gaat u hen dat duidelijk maken?1 2

Antwoord 1

Het kabinet neemt de indicaties serieus. Het heffen van een belasting onder eigen onderdanen in Nederland is niet illegaal. Voorwaarde is dat deze betalingen plaatsvinden op basis van vrijwilligheid en binnen de grenzen die de wet hiervoor stelt. Om misstanden vast te kunnen stellen zijn het OM en politie in belangrijke mate afhankelijk van aangifte en melding door slachtoffers. Voor zover te achterhalen is in de systemen van de politie in Nederland, zijn geen recente aangiften bekend. Het is mogelijk om onder bepaalde voorwaarden anoniem aangifte te doen, waaronder aangifte onder nummer. Dit wordt van geval tot geval beoordeeld door politie en OM. Om deze beoordeling te kunnen maken is het van belang dat slachtoffers zich melden bij de politie. Het anoniem melden van misdrijven is overigens ook mogelijk via Meld Misdaad Anoniem.

Vraag 2

Hoe staat het met het door u aangekondigde onderzoek naar de diaspora-taks? Door wie wordt dit onderzoek uitgevoerd en wanneer kunnen wij de resultaten verwachten?3

Antwoord 2

Nederland benadert deze kwestie in Europees verband en heeft navraag gedaan bij EU-lidstaten en andere derde landen naar deze kwestie. Daaruit blijkt dat andere landen tegen dezelfde problemen aanlopen. Nederland heeft deze kwestie in hoog-ambtelijk EU-overleg geagendeerd om de problematiek in EU-verband nader te onderzoeken en waar nodig gezamenlijk gepaste maatregelen te nemen. In de komende periode zijn er meerdere overleggen gepland in EU-verband over migratie. De Afrikaanse Unie organiseert een migratieseminar in Oost-Afrika, met betrokkenheid van de EU. Daarnaast zal Nederland erop toezien dat migratiezaken in de EU-dialoog met Eritrea worden meegenomen. Zoals is aangegeven in de brief d.d. 3 juni jl. van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de berichtgeving inzake betrokkenheid van de Eritrese overheid bij mensensmokkel en afpersing van vluchtelingen, heeft dit onderwerp tevens de aandacht van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Vraag 3

Bent u bereid om bij dit onderzoek de rol van de ambassade en sociaal-culturele organisaties die als verlengstuk van het regime opereren te betrekken? Zo ja, kunt u de vraag beantwoorden hoe het netwerk eruit ziet dat Eritreeërs in Nederland in de gaten houdt, feesten en festivals organiseert, welke Eritrese organisaties in Nederland actief zijn die nauwe banden hebben met het regime en of deze organisaties subsidie ontvangen van de overheid? Zo nee, kunt u uitsluiten dat deze organisaties er zijn en subsidie van de overheid krijgen?

Antwoord 3

Er is een fors aantal Eritrese organisaties in Nederland, die actief zijn op velerlei terrein: jeugd- en studentenorganisaties, religieuze organisaties (zowel christelijk als islamitisch), vrouwenorganisaties, vluchtelingenorganisaties, sportclubs ed. Het is niet onmogelijk dat sommige daarvan banden onderhouden met Eritrea en/of met de Eritrese overheid. Zulke contacten zijn, zolang deze binnen de Nederlandse wet- en regelgeving blijven, toegestaan. Voor zover valt na te gaan heeft geen enkele Eritrese organisatie in Nederland de afgelopen periode rijkssubsidie ontvangen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat Eritrese Nederlanders die bang zijn en bedreigd worden, niet aan hun lot overgelaten mogen worden en alles op alles gezet moet worden om te stoppen dat Nederlands belastinggeld naar een regime gaat waarvan bekend is dat het zich op grove wijze schuldig maakt aan mensenrechtenschendingen? Zo ja, bent u bereid de consul hierop aan te spreken? Zo nee, hoe verhoudt dit zich tot uw inspanningen om u wereldwijd in te spannen voor mensenrechten(beleid)?

Antwoord 4

Binnen de bestaande bevoegdheden doet het kabinet al het mogelijke. De banden tussen Nederland en Eritrea zijn zeer beperkt. De Nederlandse ambassade in Asmara is sinds december 2011 gesloten. Er is geen bilateraal ontwikkelingsprogramma met Eritrea en de bilaterale handelsbelangen zijn beperkt. De Eritrese ambassade in Den Haag wordt geleid op het niveau van een tijdelijk zaakgelastigde. De Eritrese tijdelijk zaakgelastigde is inmiddels ontboden om opheldering te verschaffen over de inning van de zgn. «diaspora-taks».

Vraag 5

Bent u bereid, wanneer uit uw onderzoek blijkt dat bovengenoemde praktijken zich inderdaad voordoen via het Eritrese consulaat, en het deze praktijken weigert te beëindigen, deze te sluiten? Zo nee, hoe verhoudt dat zich tot het eerder verzoek hiertoe van het Kamerlid Timmermans en tot de wens om parallelle samenlevingen in Nederland te voorkomen en bestrijden?4

Antwoord 5

Eritrea heeft een ambassade in Den Haag. Het gebeurt zelden dat een ambassade door de gaststaat wordt gesloten. Onder het Verdrag van Wenen is dit wel mogelijk, nl. door intrekking van de eerder door Nederland gegeven instemming met de opening van die ambassade. Dat is op dit moment niet aan de orde. Het kabinet kiest ervoor de dialoog met Eritrea gaande te houden, ook in EU-verband, om ontwikkelingen in Eritrea te kunnen monitoren en om boodschappen over de erbarmelijke mensenrechtensituatie en ongewenste praktijken rond de belastinginning over te kunnen brengen.

Vraag 6

Kunt u toelichten wat de belangrijkste belemmeringen zijn voor slachtoffer van afpersing e.d. om anoniem aangifte te doen voortvloeiend uit de «Handleiding opnemen (deels) anonieme aangifte/verklaring» van het Openbaar Ministerie? Bent u bereid te bezien of belemmeringen weggenomen kunnen worden, opdat anonieme aangifte gegarandeerd kan worden en eventuele misstanden sneller aan het licht kunnen komen?5

Antwoord 6

De belangrijkste belemmering voor een slachtoffer van afpersing om anoniem aangifte te doen is het feit dat in dit soort zaken het slachtoffer bijna altijd een bekende is van de verdachte(n) en dat daardoor de aangifte herleidbaar is naar het slachtoffer. Van anonimiteit is dan geen sprake waardoor het doen van anonieme aangifte logischerwijs ook niet mogelijk is.

In het beleid aangaande anonimiteit in het strafproces is deze belemmering niet weg te nemen. De herleidbaarheid van een aangifte maakt immers de anonimiteit onmogelijk. In dit soort gevallen kunnen slachtoffers wel te allen tijde een melding doen bij de politie. De politie kan naar aanleiding daarvan het slachtoffer adviseren, een inschatting maken van de herleidbaarheid van een eventuele anonieme aangifte en de kans op represailles, bezien of er alternatieve mogelijkheden voor aangifte doen mogelijk zijn, bijvoorbeeld met domiciliekeuze, en/of ook zelfstandig onderzoek opstarten.


X Noot
2

Algemeen Ambtsbericht Eritrea, mei 2014

X Noot
3

NRC, 24 mei 2014

X Noot
4

Aanhangsel van de Handelingen – 221, vergaderjaar 2012/2013

X Noot
5

Aanhangsel van de Handelingen – 663, vergaderjaar 2012/2013

Naar boven