Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over de beloningen bij vermogensbeheerders (ingezonden 20 juni 2014).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 11 juli 2014)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «AFM bepleit uurtje-factuurtje»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Deelt u de mening van de AFM (Autoriteit Financiële Markten) dat vermogensbeheerders zich per uur moeten laten betalen en niet op basis van het vermogen dat zij beheren? Zo nee, waarom niet?

Bent u het met de AFM eens dat een procentuele vergoeding oneerlijker en minder transparant is dan een vergoeding per gewerkt uur? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om hier iets aan te doen? Zo nee, waarom niet?

Bent u het met vermogensbeheerder Ezra van Coevorden van «Balans Vermogensbeheer», die ook in het artikel aan het woord komt, eens dat een beloning op basis van een uurtarief vermogensbeheerders dwingt om beter uit te leggen wat zij precies voor hun klanten doen?

Antwoord 2, 3 en 4

De AFM heeft op haar eigen website een nieuwsbericht geplaatst met haar standpunt over de beloning van vermogensbeheersers.2 In de kern is het standpunt van de AFM dat de beloning die een vermogensbeheerder ontvangt voor zijn dienstverlening in het belang van de klant moet zijn. Een beloning voor de vermogensbeheerder zou, analoog aan de beloning voor adviseurs en bemiddelaars, eerlijk en niet onredelijk moeten zijn. De klant zou alleen moeten betalen voor de dienstverlening die de vermogensbeheerder daadwerkelijk biedt.

De AFM heeft richting mij aangegeven dat zij niet van mening is dat vermogensbeheerders alleen nog maar op basis van uurloon zouden mogen werken. Wel is de AFM van mening dat een vaste procentuele vergoeding van het belegd vermogen, onafhankelijk van de dienstverlening of het beheerde vermogen, onwenselijk zou kunnen zijn. De AFM stelt daarbij de vraag of een klant met een vermogen van € 300.000 daadwerkelijk driemaal zoveel inspanning van de vermogensbeheerder vergt dan een klant met een vermogen van € 100.000.

Sinds de invoering van het provisieverbod voor beleggingsondernemingen per 1 januari 2014 mogen vermogensbeheerders geen provisies meer ontvangen. De klant betaalt nu direct voor zijn dienstverlening. Het is dus belangrijk dat de vermogensbeheerder duidelijk maakt waarvoor de klant betaalt. Dat geldt in gelijke mate voor elke vorm van beloning. In de praktijk zijn er diverse vormen van beloning die in het belang van de klant kunnen zijn. Vaste vergoedingen, zoals een uurloon of een vaste jaarlijkse vergoeding, zijn hier voorbeelden van. Maar ook een procentuele beheervergoeding die degressief verloopt en daarmee beperkt wordt in hoogte, is mogelijk en kan in het belang van de klant zijn.

Het is mijn inziens nog te vroeg om conclusies te trekken ten aanzien van de verschillende vormen van beloning, nu de marktontwikkelingen die in gang zijn gezet met de invoering van het provisieverbod voor beleggingsondernemingen per 1 januari 2014 nog hun beslag moeten krijgen. Het is echter van belang dat de vermogensbeheerder in deze veranderende markt nadenkt over de wijze waarop hij beloond wil worden door zijn klanten en daarover ook met klanten in gesprek gaat.


X Noot
1

12 juni 2014, Het Financieele Dagblad, «AFM bepleit uurtje-factuurje», p. 1&25

Naar boven