Vragen van de leden De Graaf, Beertema en Wilders (allen PVV) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de berichten «Islamists infiltrating schools in Hamburg» en «Engelse scholen in greep van moslimradicalen» (ingezonden 15 mei 2014).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 9 juli 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2343.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de berichten «Islamists infiltrating schools in Hamburg»1 en «Engelse scholen in greep van moslimradicalen»?2

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Is er volgens het kabinet een verschil in de benadering/beïnvloeding vanuit de islam van het onderwijs in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en/of Duitsland en zo ja, waar bestaan die verschillen dan uit?

Antwoord 2

U vraagt mij om de situatie in Nederland te vergelijken met berichten over islamitische beïnvloeding van scholen in Birmingham en Hamburg. Ik doe geen uitspraken over de situatie in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

Vraag 3

Kunt u garanderen dat genoemde islamitische infiltratie in Nederland niet speelt en zo ja, waar baseert u dat dan op?

Antwoord 3

Leerlingen, ouders, docenten en anderen kunnen onder meer contact opnemen met de Vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs over vermeende discriminatie en radicalisering. Vanuit de inspectie zijn geen aanwijzingen gekomen dat er in het Nederlandse onderwijs op dit moment sprake is van de door u aangehaalde islamitische infiltratie door radicale moslims wat mogelijk kan leiden tot discriminatie en radicalisering. Wel nemen wij de signalen in de samenleving zeer serieus en tonen we onze betrokkenheid door scholen hierin te ondersteunen met bijvoorbeeld expertise en advies.

Vraag 4

Wordt islamisering van het onderwijs sowieso gemonitord in Nederland en zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Incidenten van radicalisering en religieus extremisme in het onderwijs worden gemonitord door de tweejaarlijkse Monitor sociale veiligheid3. Hierin worden scholen bevraagd of zij te maken hebben gehad met incidenten van religieus extremisme of van ander vormen van extremisme of radicalisering. Op dit moment wordt de Monitor sociale veiligheid 2014 uitgevoerd, waarin deze vragen weer zijn opgenomen. In het najaar wordt deze monitor aan uw Kamer aangeboden.

Vraag 5

Bent u bereid uit voorzorg islamitische scholen, madrassa’s, islamitische internaten en scholen die gelieerd zijn aan islamitische instanties te sluiten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

Nee. De onderwijsvrijheid, gewaarborgd in artikel 23 van de Grondwet, houdt in dat een ieder het recht heeft om een school op te richten en in stand te houden, ongeacht de identiteit van de ouders, de inspiratiebronnen van de ouders en de inspiratie of levensbeschouwelijke insteek van de school zelf. Sluiting van een instelling is wel mogelijk als dit voor openbare orde noodzakelijk is, onder de voorwaarden gesteld in artikel 2:20, eerste lid, Burgerlijk Wetboek. Daarnaast houden gemeenten strenger toezicht op jeugdverblijven, waaronder de zogenaamde «Turkse-internaten». Zij baseren zich hierbij op het kwaliteitskader en de vorm van toezicht ontwikkeld voor alle privaatgefinancierde instellingen (ongeacht hun signatuur of grondslag) waar kinderen wonen en toezicht niet van overheidswege is geregeld, zie Kamerstuk 33 400 XV, nr. 105. Het kabinet wil door deze maatregelen de veiligheid en het welzijn van kinderen in de internaten vergroten en voorkomen dat zij opgroeien in afzondering van de rest van de samenleving.


X Noot
3

Sociale Veiligheid in en rond scholen, Primair onderwijs 2010–2012, Voortgezet onderwijs 2006–2012. Regioplan / ITS, prof dr. T. Mooij, D. Fettelaar MSc, drs. W. de Wit, drs H. Vierke, dr. M. Witvliet, drs. J van den Tillaart, drs. K. van Bergen. Amsterdam / Nijmegen, december 2012. Kamerstuk 2012-29240-50, 3 januari 2013.

Naar boven