Vragen van de leden Karabulut en Merkies (beiden SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën over het niet toepassen van de beslagvrije voet door de Belastingdienst (ingezonden 28 mei 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen (ontvangen 7 juli 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2325.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Belastingdienst verergert schuldproblemen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4 en 5

Wat is uw reactie op de bewering van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), die stelt dat de overheid energie- en postorderbedrijven oproept zich aan de beslagvrije voet te houden maar dat zelf niet doet?

Bent u het eens met de Nationale Ombudsman, die in het rapport «Met voeten getreden. Schendingen van de beslagvrije voet door gerechtsdeurwaarders»2 aangeeft dat deurwaarders die beslag leggen op de zorg- of huurtoeslag en niet bereid zijn te onderzoeken of betrokkenen daardoor voldoende middelen van bestaan overhouden, in strijd met de bedoeling van de wetgever en in strijd met de geldende jurisprudentie handelen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Waarom houdt de Belastingdienst bij de verrekening van toeslagen geen rekening met de beslagvrije voet maar moet degene wiens toeslag is verrekend zelf in actie komen om voldoende middelen over te houden voor levensonderhoud?

Acht u het mogelijk dat de in vraag vier beschreven praktijk tot gevolg heeft dat mensen te weinig bestaansmiddelen overhouden, bijvoorbeeld vanwege het feit dat zij niet op de hoogte zijn van het feit dat de Belastingdienst de verrekening ongedaan kan maken als blijkt dat zij te weinig bestaansmiddelen overhouden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 4, en 5

Er bestaat geen verschil van mening over dat de beslagvrije voet zowel bij de terugvordering van te hoge toeslagvoorschotten als bij de invordering van belastingaanslagen dient te worden gerespecteerd. De manier waarop dat gebeurt, verschilt echter naar gelang van het toegepaste invorderingsmiddel. Bij loonbeslag en bij verreweg de meeste verrekeningen, informeert de Belastingdienst de betrokkene vooraf over de financiële consequenties van het beslag of de verrekening. Ook wordt hij vooraf in de gelegenheid aanpassingen door te geven aan de Belastingdienst, waardoor een eventuele inbreuk op zijn beslagvrije voet voorkomen kan worden. Bij beslag op het banktegoed van betrokkene en bij een klein deel van de verrekeningen vindt informatieverstrekking achteraf plaats; maar ook dan krijgt betrokkene het aanbod een beroep te doen op het specifieke beleid van de Belastingdienst waarin mensen ook na bankbeslag of verrekening steeds een bedrag voor levensonderhoud gegarandeerd krijgen. De verschillen in behandeling houden enerzijds verband met de aard van het gebruikte invorderingsmiddel en anderzijds met de massaliteit van het verrekeningsproces van de Belastingdienst, waarbinnen informatie over de voor elke betrokkene geldende beslagvrije voet niet beschikbaar is.

Samenvattend: betrokkenen worden hetzij vooraf geïnformeerd over de financiële consequenties van het beslag of de verrekening (loonbeslag, verreweg de meeste verrekeningen) met de mogelijkheid eventuele inbreuken op de beslagvrije voet die daarbij zouden kunnen plaatsvinden te voorkomen, hetzij achteraf geïnformeerd (bankbeslag, klein deel van de verrekeningen) met het aanbod het gelegde beslag of de toegepaste verrekening zo nodig ongedaan te maken.

Vraag 6 en 7

Zou het niet beter zijn wanneer de Belastingdienst bij de verrekening van toeslagen de beslagvrije voet zelf vaststelt om te voorkomen dat betrokkene te weinig bestaansmiddelen overhoudt?

Welke stappen bent u bereid te nemen om ervoor te zorgen dat de beslagvrije voet te allen tijde wordt gehanteerd?

Antwoord 6 en 7

Voor een correcte en tijdige toepassing van de beslagvrije voet is de Belastingdienst afhankelijk van informatie van betrokkene omdat die zelf het beste inzicht heeft in zijn actuele inkomsten en uitgaven. De Belastingdienst beschikt niet over de noodzakelijke informatie voor het bepalen van de beslagvrije voet bij de verrekeningen van toeslagschulden met lopende toeslagen. Zodra een burger een beroep doet op de beslagvrije voet, wordt dit beroep in behandeling genomen. Wanneer het beroep op de beslagvrije voet terecht is, wordt de juiste beslagvrije voet ook toegepast bij toekomstige verrekeningen van toeslagenschulden met lopende toeslagen. In 2013 is het bankbeslag of de verrekening voor ca 1.400 burgers teruggedraaid omdat gebruik werd gemaakt van de mogelijkheid (achteraf) een beroep te doen op de garantie van de beslagvrije voet.


X Noot
2

Met voeten getreden. Schendingen van de beslagvrije voet door gerechtsdeurwaarders» http://www.nationaleombudsman.nl/rapporten/2013/150

Naar boven