Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over
het bericht dat cybercrime Nederland jaarlijks 8,8 miljard euro kost (ingezonden 13 juni
2014).
Mededeling van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 8 juli 2014)
Vraag 1
Kent u het bericht «Cybercrime kost Nederland 8,8 miljard euro per jaar», het bericht
«Nadelen internet worden te groot» en het bericht «Bedrijven komen in actie tegen
digitaal onheil»?1
2
3 Heeft u voorts kennisgenomen van het rapport «Net Losses: Estimating the Global Cost
of Cybercrime, Economic impact of cybercrime II»?4
Vraag 2
Acht u de conclusie uit het hierboven genoemde rapport juist dat cybercrime in Nederland
jaarlijks een verliest oplevert van 1,5% van het Bruto Nationaal Product (BNP)? Zo
ja, waarom? Zo nee, waarom niet en over welke cijfers beschikt u?
Vraag 3
Weet u waarom het verlies ten gevolge van cybercrime uitgedrukt in een percentage
van het BNP in Nederland relatief hoog is? Zo ja, wat zijn de oorzaken van dit hoge
percentage? Zo nee, waarom weet u dit niet en acht u het alsnog vergaren van dergelijke
kennis relevant voor een gerichte aanpak van cybercrime in Nederland?
Vraag 4
Deelt u de mening dat cybercrime niet alleen het belang van het Nederlandse bedrijfsleven
raakt, maar ook het publieke belang van onze nationale economie? Zo ja, betekent dit
dat meer dan nu het geval de overheid een grotere rol op zich zou moeten nemen in
de bestrijding van cybercrime? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Hoe is de regie over de verschillende overheidsdiensten en de samenwerking tussen
de Ministeries van Economische Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en
Veiligheid en Justitie geregeld als het om digitale beveiliging en de afstemming met
het bedrijfsleven ten aanzien van cybercrime gaat?
Vraag 6
Wat is uw mening over het feit dat de overheid geen deelnemer is aan het de Nationale
anti-DDoS Wasstraat (project NaWas) dat DDoS-aanvallen moet weren?
Vraag 7
Deelt u de mening dat naar het voorbeeld van het stelsel bewaken en beveiligen van
personen en gebouwen er ook een stelsel bewaken en beveiligen zou moeten zijn waarin
duidelijk wordt vastgelegd in hoeverre bedrijven zelf verantwoordelijk zijn voor hun
beveiliging tegen cybercrime en wanneer daar een taak van de overheid ligt? Zo ja,
is een dergelijk stelsel er al, door wie wordt dat uitgevoerd en op basis van welke
concrete regelgeving gebeurt dat? Zo nee, acht u een dergelijk stelsel wenselijk en
hoe en op welke termijn gaat u dit vormgeven?
Vraag 8
Herkent u het beeld dat bedrijven die slachtoffer zijn geworden van cybercrime terughoudend
zijn in het doen van aangifte, bijvoorbeeld vanwege de vrees van reputatieschade?
Zo ja, wat gaat u doen om deze aangiftebereidheid te vergroten en in hoeverre is het
doen van anonieme aangifte een mogelijkheid om deze aangiftebereidheid te vergroten?
Vraag 9
In hoeverre is de huidige wijze van strafrechtelijke vervolging nog geschikt om cybercriminelen
aan te pakken die misdrijven over de hele wereld plegen?
Vraag 10
In hoeverre levert het gebrek aan een uitleververdrag met sommige landen cybercriminelen
in die landen een vrijhaven op voor hun activiteiten? Acht u het wenselijk om in onderhandelingen
over handelsverdragen met die landen ook aandacht te schenken aan de mogelijkheid
van (internationale) vervolging en van uitlevering van cybercriminelen? Zo ja, op
welke wijze wilt u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Recourt (PvdA) van
uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat cybercrime
Nederland jaarlijks 8,8 miljard euro kost (ingezonden 13 juni 2014) niet binnen de
gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde
informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
2«Nadelen internet worden te groot», Het Financieele Dagblad, 10 juni 2014
X Noot
3«Bedrijven komen in actie tegen digitaal onheil», Het Financieele Dagblad, 10 juni
2014