Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de inning van Europese douanerechten in Nederland en de boetes die Brussel heeft opgelegd aan Nederland voor het niet, incorrect of onvolledig innen van Europese douanerechten (ingezonden 16 augustus 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 15 oktober 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013, nr. 3156.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het rapport «Administrative performance differences between Member States recovering Traditional Own Resources of the European Union», dat op 28 februari 2013 door het Europees Parlement is uitgebracht?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 6

Klopt het dat Nederland in figuur 14, samen met Slowakije en Estland, neergezet wordt als één van de drie landen waar de detectie van douanefraude en -onregelmatigheden in de onderzoeksperiode (2006–2011) bleef dalen tot onder het EU-gemiddelde? Wat zouden de oorzaken van deze daling kunnen zijn?

Indien de performance van Nederland bij het opsporen van douanefraude en -onregelmatigheden in de onderzoeksperiode (2006–2011) niet gehalveerd zou zijn, hoeveel extra douanerechten had Nederland dan in 2011 kunnen invorderen? Hoeveel geld had Nederland daarvan voor haar eigen begroting gehad, aangezien het 25% van de inkomsten zelf mag houden als perceptiekosten?

Indien de Nederlandse douane in de onderzoeksperiode (2006–2011) dezelfde performance had gehad als Duitsland, hoeveel extra douanerechten had Nederland dan ingevorderd, en hoeveel geld daarvan had Nederland dan zelf kunnen behouden?

Antwoord vragen 2, 3 en 6

Het rapport dat in opdracht van het Europees Parlement is geschreven, geeft geen volledig beeld van de prestaties van de douane van een lidstaat op het gebied van de traditionele eigen middelen (invoerrechten). De prestaties van de douane van de lidstaten zijn op basis van dit rapport niet goed vergelijkbaar. Het rapport houdt namelijk alleen rekening met het aantal gemelde fraudezaken en onregelmatigheden en de daarmee gemoeide bedragen en niet met relevante factoren die per lidstaat aanzienlijk verschillen. Het gaat dan o.a. om geografische ligging (bijvoorbeeld wel of geen zeehavens), type handel (bijvoorbeeld bulkgoederen of kleine zendingen) en gevolgde douaneprocedure (bijvoorbeeld invoer of doorvoer). Deze factoren zijn van invloed op aard en mate van het risico op fraude en onregelmatigheden. Een andere relevante factor is de mate van vrijwillige naleving van wet- en regelgeving door het bedrijfsleven (compliance) en de gevolgde handhavingstrategie van de nationale douaneorganisatie. Zo zet Nederland in op het voorkomen van fraude en onregelmatigheden door het verhogen van de compliance in de logistieke keten door het certificeren van bedrijven die voldoen aan de voorwaarden van AEO (Authorised Economic Operator).

De Europese Commissie stelt dat dergelijke factoren het aantal meldingen van fraudezaken en onregelmatigheden en de daarmee gemoeide bedragen sterk beïnvloeden2. De Commissie vindt dan ook, net als het kabinet, dat in het licht van deze factoren de methodiek van het rapport te beperkt is. De Europese Commissie heeft in het Europees Parlement afstand genomen van de conclusies uit het rapport3.

Overigens kan worden opgemerkt dat het aantal in Nederland geconstateerde fraudezaken en onregelmatigheden afneemt, maar niet het ermee gemoeide totale geldbedrag. In 2012 is er bijvoorbeeld een verdrievoudiging van het bedrag aan fraude en onregelmatigheden bevonden (29 miljoen in 2011 tegenover 88 miljoen in 2012). Er worden dus minder zaken afgehandeld, maar per zaak gaat het wel om meer geld. De trend dat het aantal fraudezaken en onregelmatigheden daalt, is overigens in de hele Europese Unie zichtbaar.

De afgelopen jaren heeft Nederland ingezet op het vergroten van de compliance in de logistieke keten door de AEO-certificering. Daarnaast heeft Nederland dit jaar besloten om bij de Douane, naast het al bestaande fraudeteam accijns, een fraudeteam op te richten speciaal voor de bestrijding van fraude met invoerrechten en fraude op het terrein van de zogenaamde VGEM (Veiligheid, Gezondheid Economie en Milieu) – douanebepalingen. Dit fraudeteam is momenteel in opbouw.

Vraag 4

Klopt het dat Nederland slechts 23,21% van de in onregelmatigheidsgevallen opgelegde douanerechten heeft geïnd (in het jaar waarin de onregelmatigheid werd opgespoord), ver onder het Europees gemiddelde (41,78%) en minder dan landen als Bulgarije en Cyprus?

Antwoord 4

Ja, dat klopt. Overigens past ook bij deze cijfers een relativering. Zoals de Europese Commissie opmerkt, kunnen verschillen tussen de lidstaten in de resultaten van inning worden veroorzaakt door het type fraude of onregelmatigheid of door het type schuldenaar4. Daarnaast geeft het inningspercentage in het jaar waarin de fraude of onregelmatigheid wordt geconstateerd, slechts een beperkt beeld. Het proces van inning kan namelijk doorlopen na afloop van het kalenderjaar waarin de fraude of onregelmatigheid is vastgesteld. Om die reden publiceert de Europese Commissie ook het inningspercentage na afloop van twee jaar. Uit deze cijfers blijkt dat in de periode 2006 – 20115 het inningspercentage van Nederland boven het Europese gemiddelde en dat van Bulgarije en Cyprus ligt: 65,30% in Nederland tegen 50,52% in Europa, 42,03% in Bulgarije en 45,35% in Cyprus.

Vraag 5

Voor welk bedrag heeft de Europese Commissie in de onderzoeksperiode (2006–2011) Nederland aansprakelijk gesteld voor oninbaar geleden douaneschulden? Hoeveel daarvan is betaald, en onder welke post worden dit soort boetes van de Commissie in de begroting geboekt?

Antwoord 5

Nederland is voor de periode 2006 – 2011 door de Europese Commissie voor een bedrag van in totaal € 11,5 miljoen aansprakelijk gesteld voor oninbaar geleden douaneschulden (vastgestelde schulden die niet bij de schuldenaar konden worden geïnd door de Nederlandse douane). Op dit bedrag mogen, voorafgaand aan de afdracht, ook perceptiekosten worden ingehouden, waardoor er feitelijk € 8,6 miljoen moest worden afgedragen. Dit is 0,066% van het totaal aan traditionele eigen middelen dat in deze periode door Nederland is afgedragen. Het bedrag is geheel betaald en wordt verantwoord op de begroting van Buitenlandse Zaken.

Vraag 7

Heeft u kennisgenomen van het jaarlijkse activiteitenrapport van DG Budget van de Europese Commissie over 2011, in het bijzonder voor wat betreft de opmerkingen over de controle van Traditionele Eigen Middelen?6

Antwoord 7

Ja.

Vraag 8

Heeft de Europese Commissie Nederland verzocht haar een bedrag van € 18,2 miljoen te betalen, omdat zij Nederland financieel aansprakelijk houdt voor ten onrechte in de Nederlandse Antillen uitgegeven exportcertificaten, hetgeen heeft geresulteerd in een dienovereenkomstig verlies aan Traditionele Eigen Middelen voor het EU-budget?7

Antwoord 8

Ja.

Vraag 9 en 10

Wat is de juridische grondslag van deze aansprakelijkstelling van Nederland door de Europese Commissie?

Heeft Nederland inmiddels gevolg gegeven aan deze aansprakelijkstelling en het geclaimde bedrag aan de Europese Commissie overgemaakt? Indien dit het geval is, wie heeft dit bedrag dan betaald, onder welke post in de begroting is dit geboekt en hoe is het parlement hierover geïnformeerd? Zo ja, betekent dit dan dat Nederland het met de rechtsgrondslag van de aansprakelijkstelling door de Europese Commissie eens is? Zo nee, waarom niet? Wat is de stand van zaken bij de afdoening van dit dossier en hoe zal de Kamer daarover geïnformeerd worden?

Antwoord 9 en 10

Nederland heeft de Europese Commissie medegedeeld dat Nederland niet aansprakelijk kan worden gehouden voor fouten van de douaneautoriteiten in kwestie. Het bedrag is dan ook niet betaald. Het parlement wordt over aansprakelijkheidstellingen geïnformeerd in de reguliere begrotingsstukken op het moment dat er sprake is van een voorziene betalingsverplichting.

Vraag 11

Kunt u voor de periode vanaf 2006 een overzicht geven in welke gevallen en voor welke bedragen Nederland door de Europese Commissie aansprakelijk is gesteld voor administratieve fouten, verzuimen, nalatigheden e.d. die in de ogen van de Commissie leidden tot een minderopbrengst aan Traditionele Eigen Middelen voor de EU, dan wel Nederland uit eigener beweging bedragen aan de Commissie heeft betaald, omdat zij zichzelf bij voorbaat als aansprakelijk beschouwde?

Antwoord 11

Hieronder treft u een overzicht aan van de gevallen waarin Nederland aansprakelijk is gesteld dan wel uit eigen beweging heeft betaald. Het overzicht ziet op de periode 2006 tot en met augustus 2013. Er is bij het overzicht een onderverdeling gemaakt in categorieën op basis van de oorsprong van de aansprakelijkheidsstelling. De volgende onderverdeling is gehanteerd:

  • Bevindingen van Europese toezichthouders zoals DG Budget, DG Taxud, DG OLAF en de Europese Rekenkamer.

  • Het op basis van EU regelgeving voorleggen van specifieke dossiers aan de Europese Commissie met het verzoek om over eventuele aansprakelijkheid van Nederland beslissen.

  • Overige dossiers waarbij de aansprakelijkheid voortvloeit uit toepassing uit de EU regelgeving.

Eigen middelen: Nederland aansprakelijk gesteld dan wel zelf betaald*

2006 – 2013

aansprakelijk als gevolg van controles Europese toezichthouders en juridische procedures

21,3

aansprakelijk nadat Nederland oordeel heeft gevraagd aan EU

5,4

Nederland betaalt uit eigen beweging aan EU wegens administratieve vergissingen

14,6

aansprakelijk wegens niet of te late afdracht – wel geïnd niet afgedragen

16,3

Totaal

57,6

Correctie voor perceptiekosten van 25%

– 14,4

Totaal aan afdrachten wegens aansprakelijkheden

43,2

*bedragen x € 1.000.000

Bij het overzicht passen de volgende kanttekeningen

  • In het totaalbedrag zit het al eerder onder vraag 5 genoemde bedrag van € 11,5 miljoen. Het gaat daarbij om oninbaar geleden douaneschulden (traditionele eigen middelen).

  • In het overzicht is een bedrag van € 16,3 miljoen opgenomen. Dit bedrag is door de Douane geheven en geïnd, maar is door een administratieve omissie niet afgedragen aan de Europese Unie.

  • Van het totale bedrag waarvoor Nederland aansprakelijk is gesteld, mag 25% worden afgetrokken voor de dekking van de uitvoeringskosten van de Douane (perceptiekosten).

  • In het overzicht zijn alleen de aansprakelijkheden meegenomen waarin door de Europese Commissie een bedrag is genoemd. Aangezien er doorlopend onderzoeken zijn en vragen worden gesteld door de Europese toezichthouders, kan het cijfer over 2013 anders uitvallen.

  • Het bedrag van € 43,2 miljoen dat in de periode 2006 – 2013 door Nederland is betaald, is 0,27% van het totaal aan traditioneel eigen middelen dat (ca. 21 miljard). Als ook rekening wordt gehouden met het bedrag van € 16,3 miljoen dat normaal geheven en geïnd is, maar als gevolg van een administratieve omissie niet was afgedragen, dan gaat het om 0,19%.

Vraag 12

Is Nederland op andere beleidsterreinen door de Europese Commissie aansprakelijk gesteld voor administratieve fouten, verzuimen, nalatigheden e.d. over de periode 2006 tot heden? Zo ja, op welke terreinen, waarom en voor welk bedrag?

Antwoord 12

Voor een overzicht van alle financiële correcties en terugvorderingen in Nederland tussen 2007 en 2011 door de Europese Commissie bij de Structuurfondsen, Landbouwfondsen, Migratiefondsen en bij het Europees Sociaal Fonds, verwijs ik u naar tabel 1 en 2 in de brief van de regering inzake vragen van uw Kamer over het jaarverslag van de Europese Rekenkamer uit 2012 (Kamerstukken II 2012–2013, 24202 nr.8.


X Noot
1

http://www.europarl.europa.eu/meetdocs/2009_2014/documents/cont/dv/studytraditionalownresources/studytraditionalownresourcesen.pdf ; Directorate-General for internal policies, Policy Department D Budgetary affairs, IP/D/ALL/FWC/2009-056, PE 490.668

X Noot
2

Statistical evaluation of irregularities reported for 2012 Own Resources, Natural Resources, Cohesion Policy, Pre-accession and Direct expenditure, SDW(2013) 284.

X Noot
3

Notulen vergadering Commissie begrotingscontrole Europees Parlement d.d 19 maart 2013, doc. CONT/7/10085

X Noot
4

Report from the Commission to the European Parliament and the Council, Protection of the European Union’s financial interests – fight against fraud 2012 Annual Report, pagina 12.

X Noot
5

Exclusief het jaar 2009: de Europese Commissie heeft over dit jaar niet gerapporteerd, zie veder de documenten genoemd in voetnoot 3.

X Noot
6

http://ec.europa.eu/atwork/synthesis/aar/doc/budg_aar_2011.pdf;  Annual Activity Report 2011, DG Budget, Part 1 Policy Achievements/1.1.1. ABB activity: Budget execution, control and discharge/3.3. Control of the Union’s traditional own resources op pagina 9

X Noot
7

Pagina 9 van dit rapport: «Netherlands Antilles case (EUR 18.2 million): Similar to the Anguilla case, a call for funds has been sent to the Netherlands in January 2012.»)

X Noot
8

pagina 9 van dit rapport: «Netherlands Antilles case (EUR 18.2 million): Similar to the Anguilla case, a call for funds has been sent to the Netherlands in January 2012.»)

Naar boven