Vragen van de leden Van Dekken, Nijboer en Hamer (allen PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de berichten «Aardschokken ook een kans» en «Laat het werk niet weglopen» (ingezonden 2 mei 2014).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken), mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 1 juli 2014).

Vraag 1

Kent u de artikelen over 1.100 kleinere bouwbedrijven in Noord-Groningen die veel opdrachten aan zich voorbij zien gaan omdat grote bedrijven zijn ingesteld voor herstelwerkzaamheden in het bevingsgebied?1

Antwoord 1

Ja, ik ken de artikelen. De eigenaar van een huis met schade heeft vrije keuze voor de aannemer/het bouwbedrijf. Er is dus geen voorkeursbeleid voor grotere bedrijven die mogelijk beter ingesteld zouden zijn voor dergelijke herstelwerkzaamheden en er is alle ruimte voor marktinitiatieven en -partijen. De realiteit kan soms wel zijn dat de werkportefeuille van de kleinere bouwbedrijven in de regio niet op het juiste moment de gewenste hoeveelheid capaciteit beschikbaar heeft en dat bewoners zelf voor grotere bedrijven kiezen om zo zeker te stellen dat de schade binnen een aanvaardbare tijd wordt hersteld.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het herstel, veilig maken, verduurzamen en levensloopbestendig maken van de bebouwing in de aardschokregio in Noord-Groningen de noordelijke economie een impuls kan geven?

Antwoord 2

Ja, deze mening deel ik. De verwachting is dat deze werkzaamheden een positieve impuls zullen geven aan de kleinere bouwbedrijven in de regio en dat er een economisch vliegwieleffect zichtbaar zal worden van deze activiteiten naar met name aan de bouw gerelateerde branches, maar ook daarbuiten.

Vraag 3

Wat is uw opvatting over het feit dat herstel- en compensatiewerkzaamheden 7.000 manjaren werk kan opleveren voor noordelijke werknemers, wetende dat er op dit moment 3.200 bouwvakkers nodig zijn en wellicht zelfs het dubbele?

Antwoord 3

In het nieuwsbericht wordt gesteld dat 2300 bouwvakkers nodig zijn, en mogelijk het dubbele. Ik kan echter op dit moment niet bevestigen dat deze aantallen bouwvakkers nodig zijn. De schattingen over het aantal manjaren die nodig zijn lopen uiteen. Dit zal uiteindelijk bepaald worden door de omvang van met name de preventieve versterkingswerkzaamheden. NAM verwacht een periode van opschaling aan het einde van dit jaar, nadat de uitvoeringsorganisatie die hier de regie zal nemen is opgericht. Om te voorzien in voldoende gekwalificeerde bouwvakkers worden er nu al via leergangen bouwvakkers opgeleid in het aardbevingsbestendig bouwen. Dit wordt verder uitgebouwd door de inrichting van een «Kenniscentrum» inclusief opleidingen op verschillende niveaus onder het convenant tussen het Alfa College (MBO), de Hanzehogeschool (HBO) en de RUG (WO).

Vraag 4

Op welke wijze geeft u invulling aan de aangenomen motie van het lid Vos c.s.2 om zoveel mogelijk menskracht uit de regio in te zetten voor het noodzakelijke werk dat moet gebeuren?

Antwoord 4

Ik verwijs hier onder andere naar mijn antwoord onder 3. NAM is het proces gestart om de uitvoeringsorganisatie in te richten die de regie zal hebben over de zogenaamde drieslag (schadeherstel, preventie en waardevermeerdering.) Zoals in het ontwerp winningsbesluit is beschreven, zal de organisatie op enige afstand doch onder aansturing en verantwoordelijkheid van NAM staan en een onafhankelijk toezichtsorgaan kennen dat zal toezien op de algemene uitvoering. Over de opzet van deze organisatie en de inrichting van het toezicht wordt op dit moment gesproken met de dialoogtafel. Daarin zal ook het mogelijke dilemma tussen snelheid van invulling versus beschikbare menskracht in de regio aan de orde moeten komen. Van belang is dat de uitkomst bijdraagt aan het zekerstellen van de noodzakelijke veiligheid en past binnen de opmerkingen over de uitvoeringsorganisatie die ik verder heb verwoord in het ontwerpbesluit.

Vraag 5

Op welke wijze past het initiatief voor het oprichten van «Groningen versterkt», een facilitair bedrijf dat zorg draagt voor herstel van de aardschokschade, marktconforme uurtarieven en het bestek hierin?

Antwoord 5

Als minister van Economische Zaken juich ik nieuwe economische initiatieven toe, juist als deze uit de markt en uit de regio komen. Zoals gezegd is het proces er nu op gericht om de uitvoeringsorganisatie in te richten die de integrale aanpak van schadeherstel, preventie en waardevermeerdering nader invult. Aangezien de kaders van deze uitvoeringsorganisatie nog niet zijn vastgesteld, kan ik op dit moment niet beoordelen in hoeverre en op welke wijze dit initiatief zou passen.


X Noot
1

Het Dagblad van het Noorden en RTV Noord

X Noot
2

Kamerstuk 33 529, nr. 35

Naar boven