Vragen van de leden Ulenbelt en Van Raak (beiden SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de uitkering voor voormalig politici (ingezonden 11 juni 2014).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 30 juni 2014).

Vraag 1

Hoeveel voormalig politieke ambtsdragers zijn er die een uitkering ontvangen in het kader van de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (Appa)? Kunt u dit uitsplitsen naar voormalig wethouders, burgemeesters, gedeputeerden, commissarissen van de Koning, Ministers, Staatssecretarissen, Tweede Kamerleden, bestuurders van een waterschap en voorzitters van een waterschap?1

Antwoord 1

De uitvoering van de Appa is een gedecentraliseerde verantwoordelijkheid. In principe is het bestuursorgaan waar de politieke ambtsdrager werkzaam is geweest, verantwoordelijk voor de Appa-uitkering. Indien betrokkene bij diverse bestuursorganen politiek actief is geweest, heeft hij of zij in principe recht op een Appa-uitkering ten laste van elk van die bestuursorganen afzonderlijk. Het Ministerie van BZK houdt niet bij hoeveel Appa-uitkeringen er zijn bij provincies, gemeenten en/of waterschappen.

Wat betreft de Appa-uitkeringen ten laste van het Rijk en de Staten-Generaal heeft het Ministerie van BZK een uitvoeringscontract afgesloten, mede namens de Staten-Generaal. Dit contract omvat de uitvoering van de Appa voor voormalige bewindspersonen, leden van de Tweede Kamer, voorzitters van de Eerste Kamer, Rijksvertegenwoordigers BES, (substituut) Nationale Ombudsmannen, waarnemend commissarissen van de Koning, waarnemend burgemeesters en herindelingsburgemeesters.

Ik kan u van hen aangeven hoeveel er in december 2013 aanspraak konden maken op een Appa-uitkering en hoeveel er daadwerkelijk een uitkering ontvingen (de aantallen fluctueren over het jaar gezien). Dat onderscheid tussen aanspraak en uitkering is van belang omdat een aanspraak niet altijd tot uitkering komt. In het jaar 2013 is ongeveer 40 procent van de Appa uitkeringsrechten op nihil gesteld in verband met neveninkomsten.

Bij waarnemers is van belang te weten dat hun Appa-uitkering 1:1 gekoppeld is aan de duur van de waarneming; in tegenstelling tot de reguliere Appa-gerechtigden, wordt geen rekening gehouden met eerdere Appa-diensttijd.

 

Aanspraak

Uitkering

Ministers/Staatssecretarissen

33

19

Tweede Kamerleden

123

67

Wnd cdK/wnd burgemeester/ herindelingsburgemeesters

33

21

Vraag 2

Zijn er verschillen tussen regio’s waar te nemen? Kunt u voor wethouders, burgemeesters, gedeputeerden en commissarissen van de Koning per provincie aangeven hoeveel voormalig politiek ambtsdragers een uitkering ontvangen in het kader van de Appa?

Antwoord 2

In de rapportages die ik ontvang uit hoofde van het onder antwoord 1 genoemde uitvoeringscontract wordt niet onderscheiden naar regio of provincie.

Zoals in antwoord 1 aangegeven, kan ik niet voor wethouders, burgemeesters, gedeputeerden en commissarissen van de Koning per provincie aangeven hoeveel voormalig politiek ambtsdragers een uitkering ontvangen in het kader van de Appa.

Vraag 3

Kunt u aangeven per categorie politiek ambtsdrager hoe lang het duurt voordat zij werk hebben gevonden? In hoeveel gevallen vinden zij binnen drie maanden na aftreden werk? In hoeveel gevallen ontvangen zij voor de maximale duur een uitkering in het kader van de Appa?

Antwoord 3

Wat betreft de uitvoering van de sollicitatieplicht voor Appa-uitkeringsgerechtigden die onder het door het Ministerie van BZK gesloten uitvoeringscontract vallen (het centrale niveau), is de Tweede Kamer geïnformeerd bij brieven van 6 maart 2012, kenmerk 2012–0000104093, en van 18 april 2013, kenmerk 2013 0000231673. De eerstgenoemde brief betrof een evaluatie over de uitvoering in het eerste jaar (de periode november 2010 tot en met december 2011), de tweede over die in 2012.

Een vergelijkbare evaluatie over het jaar 2013 ten aanzien van deze categorie is in ambtelijke voorbereiding. Het streven is erop gericht deze laatste evaluatie in de maand juli 2014 naar de Tweede Kamer te sturen. In het najaar van 2014 zal ik de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van een bredere evaluatie die ook de decentrale politieke ambtsdragers betreft.

Wat betreft de Appa-uitkeringsgerechtigden die onder het door het Ministerie van BZK gesloten uitvoeringscontract vallen, is het nu mogelijk om u te informeren over de periode november 2010 tot en met 31 december 2012. Voor het jaar 2013 verwijs ik naar mijn binnenkort naar de Tweede Kamer te zenden evaluatie.

Uit genoemde evaluaties blijkt het volgende ten aanzien van de periode november 2010 tot en met 31 december 2012.

In 2011 zijn er van de vijftien personen vijf succesvol gere-integreerd: vier in een politiek ambt en één via een gestarte eigen onderneming. Hierdoor is de uitkering verminderd tot nihil. Geen van hen is na deze succesvolle re-integratie teruggevallen in de uitkering. Van één andere persoon is de Appa-uitkering in 2011 beëindigd vanwege het einde van de uitkeringsduur. De negen andere uitkeringsgerechtigden zaten in 2011 in de werkgerichte fase. Van deze negen zijn er twee in de eerste maanden van 2012 zodanig gere-integreerd dat hun Appa-uitkering tot nihil kon worden teruggebracht.

In 2012 was de gemiddelde duur van de uitkering tot plaatsing in een duurzame functie voor Kamerleden 145 dagen; voor waarnemend burgemeesters en de herindelingsburgemeesters 254 dagen. Voor bewindspersonen zijn er over 2012 geen cijfers, aangezien op hen nog niet de sollicitatieplicht van toepassing was.

Vraag 4

Hoeveel voormalig politiek ambtsdragers zijn er (uitgesplitst naar geheel of gedeeltelijk) vrij gesteld van de sollicitatieplicht? Kunt u dit uitsplitsen naar voormalig wethouders, burgemeesters, gedeputeerden, commissarissen van de Koning, Ministers, Staatssecretarissen, Tweede Kamerleden, bestuurders van een waterschap en voorzitters van een waterschap? Kunt u daarbij toelichten wat de reden van vrijstelling is?

Antwoord 4

Een Appa-uitkeringsgerechtigde kan op grond van de Appa om vier redenen zijn vrijgesteld van de sollicitatieplicht: betrokkene valt onder het overgangsrecht, ontvangt geen uitkering meer vanwege nieuwe inkomsten anders dan uit een politiek ambt, ontvangt nieuwe inkomsten uit politiek ambt tot een bedrag van 70% of meer van de uitkering of heeft een Appa-uitkering op grond van invaliditeit.

Aan het ministerie wordt gerapporteerd wie er onder de sollicitatieplicht vallen. Wat betreft de Appa-uitkeringsgerechtigden die onder het door het ministerie gesloten uitvoeringscontract vallen, kan ik melden dat er op 31 december 2013 70 uitkeringsgerechtigden onder de sollicitatieplicht vielen. Dat waren 44 Kamerleden, 11 bewindspersonen en 15 in de categorie waarnemend commissaris, waarnemend burgemeester of herindelingsburgemeester. De overigen zijn daarvan dus vrijgesteld om de genoemde redenen. Dat zijn in december 2013 dus 79 Kamerleden geweest, 22 bewindspersonen en 18 personen die voormalig waarnemend commissaris, waarnemend burgemeester of herindelingsburgemeester zijn.

Vraag 5

Hoeveel geld ontvingen voormalig politiek ambtsdragers in totaal in het kader van de Appa in 2011, 2012 en 2013? Kunt u dit uitsplitsen naar voormalig wethouders, burgemeesters, gedeputeerden, commissarissen van de Koning, Ministers, Staatssecretarissen, Tweede Kamerleden, bestuurders van een waterschap en voorzitters van een waterschap? Kunt u daarbij toelichten wat de reden van vrijstelling is?

Antwoord 5

Wat betreft de Appa-uitkeringsgerechtigden die onder het door het Ministerie van BZK gesloten uitvoeringscontract vallen, zijn de totaalbedragen per jaar van de Appa-uitkeringen als volgt:

 

2011

2012

2013

Ministers/Staatssecretarissen

630.626,57

499.163,42

910.519,06

Tweede Kamerleden

4.391.818,33

3.933.631,39

4.055.116,43

Wnd cdK/wnd burgemeester/herindelingsburgemeesters

976.667,25

750.851,92

1.049.474,41

Overigens zij opgemerkt dat deze uitkeringsbedragen over het jaar gezien nogal fluctueren doordat er uitkeringen worden beëindigd, verminderingen worden toegepast als gevolg van wijzigingen in uitkeringspercentage of in verband met neveninkomsten, danwel nabetalingen of terugvorderingen plaatsvinden.

Wat betreft de reden van vrijstelling verwijs ik naar antwoord 4.

Vraag 6

Kunt u toelichten in hoeverre de sollicitatieplicht wordt gehandhaafd door de verschillende bestuursorganen die hiermee belast zijn? Houden de verschillende bestuursorganen zich aan de verplichting om elke drie maanden het sollicitatieproces te evalueren?

Antwoord 6

Wat betreft de Appa-uitkeringsgerechtigden die onder het door het Ministerie van BZK gesloten uitvoeringscontract vallen, geldt dat de handhaving van de sollicitatieplicht een belangrijk onderdeel is van de uitvoering door de door het Ministerie ingeschakelde uitvoeringsorganisatie (Loyalis Maatwerk Administraties (LMA)) en het re-integratiebureau (Van Ede & Partners). Van Ede meldt elke drie maanden expliciet bij LMA of er sprake is geweest van bijstellingen van de re-integratieplannen. De consultants en de Appa-uitkeringsgerechtigden hebben vrijwel wekelijks contact.

Vraag 7

In hoeveel gevallen werd een korting van 5 procent gedurende ten minste een maand opgelegd? Hoe vaak werd hierbij afgeweken van dit percentage en met welke motivatie gebeurde dat? Hoe vaak werd deze maatregel met 50 procent verhoogd vanwege recidive? Kunt u dit uitsplitsen naar voormalig wethouders, burgemeesters, gedeputeerden, commissarissen van de Koning, Ministers, Staatssecretarissen, Tweede Kamerleden, bestuurders van een waterschap en voorzitters van een waterschap? Kunt u daarbij toelichten wat de reden van vrijstelling is?

Antwoord 7

Wat betreft de Appa-uitkeringsgerechtigden die onder het door het Ministerie van BZK gesloten uitvoeringscontract vallen, blijkt uit eerder genoemde evaluaties dat er geen sancties zijn toegepast. Betrokkenen blijken actief in de uitvoering van het naar de persoon toegesneden re-integratieplan. Voor de situatie in het jaar 2013 verwijs ik naar mijn binnenkort naar de Tweede Kamer te zenden evaluatie.

Indien er sprake is van een vrijstelling van de sollicitatieplicht om de in antwoord 4 gegeven opgesomde redenen, kan er niet worden gesanctioneerd.

Vraag 8

In hoeveel gevallen werd een korting van 25 procent gedurende ten minste vier maanden opgelegd? Hoe vaak werd hierbij afgeweken van dit percentage en met welke motivatie gebeurde dat? Hoe vaak werd deze maatregel met 50 procent verhoogd vanwege recidive? Kunt u dit uitsplitsen naar voormalig wethouders, burgemeesters, gedeputeerden, commissarissen van de Koning, Ministers, Staatssecretarissen, Tweede Kamerleden, bestuurders van een waterschap en voorzitters van een waterschap? Kunt u daarbij toelichten wat de reden van vrijstelling is?

Antwoord 8

Zie het antwoord op vraag 7.

Vraag 9

Hoe vaak wordt ervoor gekozen om geen planmatige begeleiding en ondersteuning op te leggen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 9

Het Sollicitatiebesluit maakt onderscheid tussen een vrijwillige planmatige begeleiding en een verplichte. Bij de eerste soort neemt de uitkeringsgerechtigde het initiatief; bij de tweede het re-integratiebedrijf en de uitvoeringsorganisatie. Tussen beide soorten ondersteuning bestaat een verschil in bekostiging. In de praktijk wordt dit onderscheid niet zo scherp gemaakt. In overleg met mijn ministerie gebeurt dat in ieder geval niet als de planmatige begeleiding plaatsvindt via het door mijn ministerie ingezette re-integratiebureau Van Ede. Een dergelijk verzoek om een planmatige begeleiding van betrokkene zelf wordt namelijk veelal ingediend in de eerste drie maanden na aftreden. De praktijk is om dan het gehele traject eerder te laten beginnen.


X Noot
1

Brochure sollicitatieplicht en outplacement voor politieke ambtsdragers

Naar boven