Vragen van het lid Klever (PVV) aan de Minister van Economische Zaken over de brief over windenergie van de provincie Gelderland, die o.a. aan de gemeente Ermelo is gestuurd, waarin staat dat voor fossiele energie jaarlijks 5,8 miljard euro subsidie wordt uitgegeven (ingezonden 11 juni 2014).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 25 juni 2014)

Vraag 1, 2, 3, 4 en 5

Wat is uw reactie op de brief over windenergie van de provincie Gelderland die onder andere aan de gemeente Ermelo is gestuurd?1

Bent u bekend met de subsidieregeling(en) voor fossiele energie waaraan in de brief van de provincie Gelderland wordt gerefereerd? Zo ja, welke regeling(en) betreft het?

Door wie worden deze subsidies verstrekt, welke bedrijven of instanties zijn de begunstigden en uit welke middelen wordt de genoemde jaarlijkse subsidie van 5,8 miljard euro gefinancierd?

Deelt u de mening dat gunstigere dan wel ongunstigere belastingtarieven niet onder de definitie van subsidies vallen? Zo nee, kunt u dan aangeven welke gunstigere dan wel ongunstigere belastingtarieven van toepassing zijn op duurzame energie zodat er sprake is van een gelijkwaardige vergelijking?

Deelt u de mening dat een overheidsorgaan in officiële uitingen correcte informatie dient te verschaffen? Bent u van mening dat de informatie over de verstrekte subsidies voor fossiele brandstoffen correct is?

Antwoord 1, 2, 3, 4 en 5

De passage waarin de provincie Gelderland aangeeft dat jaarlijks 5,8 miljard euro subsidie wordt verstrekt aan fossiele energie is niet correct. Ik verwijs naar de kabinetsreactie van 18 november 2011 op een rapport van CE Delft en Ecofys waarin deze 5,8 miljard euro eerder werd genoemd (Kamerstukken 2011–2012, 33 043, nr. 9).

De vermeende subsidies voor fossiele brandstoffen behelzen onder andere de accijnsvrijstellingen voor motorbrandstoffen ten behoeve van de commerciële luchtvaart en scheepvaart die voortvloeien uit internationale verdragen (Verdrag van Chicago ten aanzien van de luchtvaart en de Akte van Mannheim ten aanzien van de scheepvaart).

Ook de degressieve tariefstructuur in de energiebelasting wordt ten onrechte beschouwd als een subsidie voor fossiele energie. Indien in Nederland een volledig hernieuwbare energiehuishouding zou bestaan, dan nog zou vanwege de concurrentiepositie van het op de export gerichte bedrijfsleven een degressieve tariefstructuur in de rede liggen.

Verder worden onder andere de verlaagde energiebelastingtarieven voor de glastuinbouw en de accijnzen voor het gebruik van diesel genoemd als voorbeelden van fossiele subsidiëring. Voor een beschrijving van deze regelingen verwijs ik kortheidshalve naar de kabinetsreactie.

Vraag 6

Wilt u de provincie Gelderland verzoeken om de door hen verstrekte foutieve informatie te rectificeren en wilt u een afschrift hiervan aan de Kamer doen toekomen?

Antwoord 6

Mijn antwoorden op de door uw Kamer gestelde vragen strekken als correctie op de informatie zoals deze door de provincie Gelderland is verstrekt.

Naar boven