Vragen van het lid Van Klaveren (Van Klaveren) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over studiefinanciering voor jihadstrijders (ingezonden 7 april 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 18 juni 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1888.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Studiefinanciering voor jihadstrijders»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Klopt het dat er jihadstrijders zijn die studiefinanciering ontvangen? Zo ja, om hoeveel jihadisten gaat het en wat is het totaalbedrag dat zij ontvangen aan studiefinanciering?

Deelt u de visie dat alle studiefinanciering, toeslagen en uitkeringen die jihadisten ontvangen moeten worden stopgezet? Zo ja, bent u bereid maatregelen te treffen die dit permanent mogelijk maken en niet slechts tijdelijk?

Antwoord 2 en 3

Recent is gebleken dat enkele uitgereisde jihadstrijders studiefinanciering ontvingen. Er bestaat ernstige twijfel over de doel- en rechtmatigheid van het gebruik van deze studiefinanciering. Vooral omdat het hier om personen gaat die aansluiting zoeken en vinden bij aan Al-Qa’ida gelieerde strijdgroepen in bijvoorbeeld Syrië. Wanneer dergelijke concrete gevallen zich voordoen, wordt studiefinanciering daarom direct stopgezet. Ook eventuele sociale uitkeringen van uitgereisde jihadstrijders worden direct stopgezet. Het is niet ondenkbaar dat zich in de toekomst meer gevallen gaan voordoen. De overheid zet zich daarom blijvend in om studiefinanciering en sociale uitkeringen in voornoemde gevallen snel stop te zetten.

In het belang van de effectiviteit van de aanpak doe ik geen mededelingen over concrete gevallen. Wel kan ik melden dat de studiefinanciering van alle gekende uitgereisde Nederlandse jihadstrijders inmiddels is stopgezet en dat de sociale uitkeringen in enkele tientallen gevallen zijn stopgezet.

Vraag 4

Is het bekend of er jihadisten zijn die studies volgen waar, eventueel ook op lange termijn, op een gevaarlijke wijze misbruik van kan worden gemaakt, zoals scheikundige studies? Zo ja, welke mogelijkheden zijn er om dit gevaar tegen te gaan? Zo nee, bent u bereid dit te laten onderzoeken?

Antwoord 4:

Vanaf 2 november 2013 moeten álle studenten die vakken willen volgen aan proliferatiegevoelige vakgebieden een ontheffing aanvragen bij de minister van OCW. Deze verplichting geldt voor studenten van alle nationaliteiten, ook studenten met de Nederlandse nationaliteit. Deze regeling vloeit voort uit een beslissing van de Verenigde Naties (resoluties 1737 en 1874) om te voorkomen dat specialistische nucleaire kennis direct of indirect bij Iran of Noord-Korea terecht komt. Op basis van de aanvraag kan het ministerie van OCW besluiten nader onderzoek te laten verrichten. OCW verzoekt daartoe schriftelijk de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) om een naslag te verrichten naar betrokkene. De uitkomsten van dit nader onderzoek kunnen reden zijn om een ontheffing te weigeren.

Naar boven