Vragen van het lid Oskam (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het
bericht dat de internationale jacht op drugs gehinderd wordt door de Nederlandse bezuinigingen
op de vaste liaisons in Europa (ingezonden 20 mei 2014).
Mededeling van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 11 juni
2014).
Vraag 1
Heeft u de radio-uitzending van Argos van 10 mei jl. beluisterd waarin de vraag werd
opgeworpen of de internationale jacht op drugs gehinderd wordt door de Nederlandse
inzet?1
Vraag 2
Deelt u de kritiek van de directeur van het Maritime Analysis and Operations Centre
(MAOC) te Lissabon, de heer Frank Francis, dat door het verdwijnen van de Nederlandse
politieliaison officer (hierna: officier) consensus tussen de deelnemende landen van
het MAOC over de bestrijding van internationale drugshandel lastig is wanneer deze
officier niet fysiek aanwezig is?
Vraag 3
Wat is uw visie op een effectieve internationale jacht op drugstransporten, de samenwerking
hierin tussen (Europese) staten en de rol van Nederland in dit geheel?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de samenwerking binnen het MAOC om internationale drugshandel
te bestrijden niet wordt bevorderd wanneer het beleid van een van de betrokken landen,
in casu Nederland (nota bene een van de oprichters van het MAOC), onduidelijk is ten
aanzien van de structurele inzet voor de komende jaren?
Vraag 5
Klopt het dat Nederland momenteel een flexibel inzetbare liason (FILO) heeft bij het
MAOC? Zo ja, sinds wanneer wordt deze officier ingezet en hoe wordt deze nieuwe werkvorm
beoordeeld door alle betrokkenen in vergelijking met de inzet van de eerdere vaste
liaisonpost?
Vraag 6
Op welke wijze is er vanuit uw ministerie gereageerd richting Argos voorafgaand aan
de betreffende radiouitzending? Indien schriftelijk is gereageerd, kunt u het betreffende
document doen toekomen aan de Kamer?
Vraag 7
Klopt het dat vanuit uw ministerie is aangegeven richting Argos ten eerste dat de
kritiek uit Lissabon bekend is, ten tweede dat op verzoek van de directeur van het
MAOC de inzet van de FILO wordt heroverwogen, ten derde dat een vaste liaison wellicht
opnieuw ter beschikking wordt gesteld en ten vierde dat het besluit hierover nog formeel
bekrachtigd moet worden tussen de korpsleiding en u?
Vraag 8
Indien uw antwoord op de vorige vraag in zijn geheel of op onderdelen ervan bevestigend
is, kunt u aangeven hoe zich dit dan verhoudt met uw eerdere voornemen om de officier
te Lissabon terug te halen en te vervangen door een FILO?2
Vraag 9
Indien het klopt dat het besluit over de officier in Lissabon formeel nog bekrachtigd
moet worden, kunt u aangeven wanneer dat gaat gebeuren?
Vraag 10
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is ten aanzien van de afbouw van de andere
Nederlandse vaste liaisons in Europa, de voorgenomen inzet van FILO’s en de versterking
vanuit INTERPOL?
Vraag 11
Kunt u voor de lange termijn duidelijkheid verstrekken over de inzet van de Nederlandse
politieliaison officer in Rome, gezien het feit dat diens plaatsingstermijn in 2014
afloopt maar u heeft aangegeven dat deze voorlopig in Rome blijft?3
Vraag 12
Heeft u behalve de commentaren vanuit Lissabon en Rome, meer kritieken uit het buitenland
ontvangen ten aanzien van uw voornemen omtrent het terugtrekken van vaste liaisonposten
en het inzetten van FILO’s?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Oskam (CDA) van uw
Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de internationale
jacht op drugs gehinderd wordt door de Nederlandse bezuinigingen op de vaste liaisons
in Europa (ingezonden 20 mei 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden
beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
3Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, nr. 27 (21 november 2013) Begroting
Veiligheid en Justitie