Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «UN backlash as Uganda’s «anti-gay» Minister heads for human rights top job»? (ingezonden 5 juni 2014).

Antwoord van Minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 12 juni 2014)

Vraag 1 en 2

Wat is uw reactie op het bericht «UN backlash as Uganda’s «anti-gay» Minister heads for human rights top job»?1

Bent u van mening dat het onwenselijk is dat een persoon met dergelijke standpunten het voorzitterschap van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) op zich neemt?

Antwoord 1 en 2

Het artikel uit de Guardian beschrijft de kritiek die van verschillende zijden is geuit op de kandidatuur van Z.E. de heer Sam Kutesa, de huidige Minister van Buitenlandse Zaken van Oeganda, voor het voorzitterschap van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Het artikel pleit er terecht voor dat een Voorzitter van de Algemene Vergadering van onbesproken gedrag dient te zijn.

Het kabinet keurt de Oegandese positie ten aanzien van LHBT-personen ten sterkste af. Het kabinet gaat er evenwel vanuit dat het nationale, Oegandese beleid terzake geen invloed heeft op de uitoefening van de functie van Voorzitter van de Algemene Vergadering door de heer Kutesa. De Voorzitter van de Algemene Vergadering treedt niet op in zijn nationale capaciteit, maar als vertegenwoordiger van de leden van de Algemene Vergadering. De Voorzitter van de Algemene Vergadering dient bovendien te allen tijde te handelen conform het VN-Handvest en kan geen beleid of activiteiten ontplooien zonder de VN-lidstaten te consulteren. Indien zou blijken dat de heer Kutesa in zijn rol van Voorzitter van de Algemene Vergadering niet conform het VN-Handvest en het daarin vastgelegde non-discriminatiebeginsel zou handelen, dan kan hij daar op worden aangesproken. De heer Kutesa heeft tijdens zijn presentatie in New York reeds laten weten dat hij in zijn toekomstige functie het non-discriminatiebeginsel zal respecteren.

Vraag 3 en 4

Welke instrumenten heeft Nederland om dit benoemingsproces te beïnvloeden en in hoeverre is hier gebruik van gemaakt?

Welke instrumenten heeft de Europese Unie om dit benoemingsproces te beïnvloeden en in hoeverre is hier gebruik van gemaakt?

Antwoord 3 en 4

Conform de vastgestelde procedures is de Afrikaanse Groep dit jaar aan de beurt om een kandidaat voor te dragen voor de positie van Voorzitter van de Algemene Vergadering. De heer Kutesa is door de Afrikaanse Unie geëndosseerd als enige kandidaat. Nederland noch de EU beschikt over instrumenten om dat benoemingsproces te beïnvloeden anders dan het blijven uitdragen van de overkoepelende boodschap dat discriminatie op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit strijdig is met de grondbeginselen van de Verenigde Naties en derhalve ten stelligste wordt afgekeurd.

De groep van west-Europese en andere landen (WEOG) zal tijdens de sessie van de Algemene Vergadering op 11 juni waarin de heer Kutesa naar verwachting benoemd zal worden een verklaring afgeven. Nederland heeft verzocht om in deze verklaring te benadrukken dat de bevordering van mensenrechten zonder aanziens des persoons dient te geschieden.

Vraag 5

Bent u bereid om u publiekelijk uit te spreken tegen deze benoeming en om er in EU-verband op aan te dringen dat Hoge Vertegenwoordiger Ashton dit ook doet?

Antwoord 5

De EU heeft via stille diplomatie aan de heer Kutesa de boodschap afgegeven dat de Voorzitter van de Algemene Vergadering namens alle VN-lidstaten moet optreden en dient te handelen conform het VN-handvest. Er bestaan op dit moment geen aanwijzingen dat de toekomstige Voorzitter van de Algemene Vergadering zich hier niet aan zou willen houden.

Vraag 6

Bent u bereid om de benoemingsprocedure voor de voorzitter van de AVVN op te nemen in de Nederlandse hervormingsagenda voor de VN?

Antwoord 6

Het kabinet ziet hiertoe op dit moment geen reden.

Vraag 7

Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden vóór de benoeming die gepland is op 11 juni 2014?

Antwoord 7

Ja.

Naar boven