Vragen van het lid Bruins Slot (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de (dreigende) uitbraak van MERS-CoV (ingezonden 20 mei 2014).

Mededeling van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 juni 2014)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het statement van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) met betrekking tot de uitbraak van MERS-CoV en de bezorgdheid die daarin uitgesproken wordt over het sterk stijgende aantal gevallen van deze ziekte?1

Vraag 2

Gaat u in, en zo ja op welke wijze, op de adviezen van de WHO aan desbetreffende landen om bepaalde stappen te ondernemen, in het bijzonder:

  • verbeter nationaal beleid voor preventie en controle van infecties, en implementeer die in zorgcentra;

  • initieer en versnel onderzoek om beter inzicht te krijgen in de epidemiologie, in het bijzonder risicofactoren en de doeltreffendheid van de beoordeling van controlemaatregelen;

  • verbeter de bewustwording betreffende MERS-CoV richting het algemene publiek, gezondheidswerkers, risicogroepen en beleidsmakers;

  • verbeter de intersectorale samenwerking en het delen van informatie tussen ministeries en met relevante internationale organisaties, in het bijzonder de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO);

  • ontwikkel en verspreid advies over massabijeenkomsten om verdere verspreiding van MERS-CoV te voorkomen;

  • deel alle informatie tijdig met de WHO?

Vraag 3

Kunt u het verschil toelichten in de volgende zaak: op de website van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieubeheer) staat vermeld dat besmetting van mens op mens zelden en meestal binnen het ziekenhuis plaatsvindt2; in het persbericht van de FAO van 6 mei 2014 staat echter dat – hoewel de eerste gevallen waarschijnlijk door besmetting van dier op mens hebben plaatsgevonden – het merendeel van de gerapporteerde gevallen van MERS-CoV door mens-op-mens overdracht heeft plaatsgevonden3; ook de OIE geeft dit op haar website aan4?

Vraag 4

Als het inderdaad zo is dat het merendeel van de besmettingen van mens op mens plaatsvindt, wat betekent dat dan voor het preventiebeleid rond deze uitbraak?

Vraag 5

Bent u ervan op de hoogte dat het afgelopen jaar het Ministerie van Volksgezondheid van Saudi-Arabië bepaalde risicogroepen (65+ers, kinderen, chronisch zieken en zwangere vrouwen) heeft aangeraden niet deel te nemen aan de Haij in verband met de MERS-uitbraak?5 Verwacht u een dergelijk advies ook voor dit jaar, en wat betekent dit voor eventuele specifieke maatregelen ten aanzien van pelgrims die terugkeren na de Haij van dit jaar?

Vraag 6

Bent u bereid nader onderzoek te steunen naar de overdracht van het virus van dier op mens? Klopt het dat de Erasmus Universiteit in Rotterdam een van de leidende onderzoeksinstituten voor MERS is?

Vraag 7

Bent u van mening dat landen in de Arabische regio voldoende inzet plegen om de bron van de infectie op te sporen?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over de (dreigende) uitbraak van MERS-CoV (2014Z09076) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat ik de uitkomsten van een gepland Europees overleg naar aanleiding van de ontwikkelingen en de te nemen maatregelen wil betrekken bij de beantwoording.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.

Naar boven