Vragen van het lid Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over een half miljard extra voor ontwikkelingshulp (ingezonden 3 juni 2014).

Antwoord van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 11 juni 2014)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Half miljard extra ontwikkelingshulp»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4 en 5

In hoeverre klopt het dat er dit jaar 500 miljoen euro extra is gereserveerd voor ontwikkelingshulp?

Klopt het dat de nieuwe rekenmethode, waardoor er honderden miljoenen meer naar ontwikkelingshulp zullen gaan, een gevolg is van EU-beleid?

Begrijpt u dat het draagvlak in Nederland, om maar door te gaan met het weggeven van miljarden aan ontwikkelingshulp, snel minder wordt? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid de gereserveerde 500 miljoen euro extra te steken in lastenverlichting in eigen land in plaats van in ontwikkelingshulp? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 4 en 5

De uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking zijn gerelateerd aan de ontwikkeling van het BNP. Zo is het ODA-budget, als gevolg van de BNP-krimp, aanzienlijk gedaald ten opzichte van de kaders uit het Regeerakkoord (een daling oplopend tot 380 miljoen euro in 2017, bovenop de taakstelling van 1 miljard euro). De overstap naar de ESA2010-boekhoudregels, die in EU-verband is afgesproken, leidt tot een revisie van de macro-economische cijfers. Mede in het licht van de gevolgen hiervan heeft het kabinet bij Voorjaarsnota 2014 besloten om 0,6 miljard euro te reserveren.

Het CPB zal in de MEV 2015 de gevolgen van de revisie volledig verwerkt hebben in de macro-economische ramingen. De mogelijke gevolgen van de nieuwe berekeningswijze van het BNP voor de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de ODA-prestatie zijn op dit moment dus nog niet bekend. Hierover zal de Kamer uiterlijk bij Miljoenennota 2015 nader worden geïnformeerd.


X Noot
1

Telegraaf, 30 mei 2014

Naar boven