Vragen van de leden Wilders en Madlener (beiden PVV) aan de Minister-President over het bericht dat leden van het Europees Parlement 200 miljoen euro hebben gedeclareerd (ingezonden 7 mei 2014).

Antwoord van Minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 26 mei 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «EP declareerde 200 miljoen aan kantoorkosten»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Is het kabinet met ons van mening dat deze declaraties streng moeten worden gecontroleerd? Zo nee, waarom niet?

Is het bericht juist dat enkele Nederlandse EP-leden van de VVD geen bonnetjes overleggen of bewaren, zodat er dus niet kan worden gecontroleerd of er niet gefraudeerd wordt met deze kantoorkosten?

Antwoord 2 en 3

Voor kantoorkosten krijgt een lid van het Europees Parlement een forfaitaire vergoeding, waarvoor geen declaraties hoeven worden ingediend. Een dergelijke forfaitaire regeling beoogt de administratieve lasten van het Europees Parlement te verlichten. Leden van de Tweede Kamer kennen een vergelijkbare regeling.

Vraag 4

Wat gaat het kabinet ondernemen om ervoor te zorgen dat alle EP-leden worden gecontroleerd op de rechtmatigheid van uitgaven en dat EP-leden die frauderen worden gestraft?

Antwoord 4

Het kabinet hecht aan een degelijke verantwoording van publieke middelen. Leden van het Europees Parlement ontvangen hun salaris en onkostenvergoedingen uit de begroting van het Europees Parlement als onderdeel van de EU-begroting. De publieke controle op deze uitgaven is de verantwoordelijkheid van de Europese Rekenkamer. De controlesystemen van het Europees Parlement functioneren volgens de Europese Rekenkamer doeltreffend (Jaarverslag 2012).

Naar boven