Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 2042 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 2042 |
Wat is uw reactie op de inhoud van de nieuwsbrief van zorgaanbieder Haagse Wijk- en Woonzorg, en de begeleidende brief aan cliënten over personenalarmering?1
Deelt u de mening dat een verhoging van het abonnementstarief per 1 april 2014, o.a., veroorzaakt door invoering van het hoogste BTW-tarief van € 20,68 naar € 28,45 per maand, exorbitant is?
Vanaf 1 januari 2014 is de btw-vrijstelling voor de dienst personenalarmering komen te vervallen. Achtergrond daarvan was dat niet (meer) werd voldaan aan de voorwaarde voor de desbetreffende vrijstelling dat deze niet mag leiden tot concurrentieverstoring. Commerciële aanbieders worden namelijk in de btw-heffing betrokken, terwijl dat niet gold voor niet winst beogende instellingen. De dienst van personenalarmering is de mogelijkheid voor aangesloten personen om in geval van calamiteit contact te leggen met een alarmcentrale. De levering en installatie van het apparaat of de op de oproep volgende hulpverlening staat hier los van en de fiscale behandeling daarvan is niet gewijzigd. Als de dienst personenalarmering integraal onderdeel uitmaakt van het verzorgen en verplegen van in een instelling opgenomen personen volgt deze dienst verder het eventuele vrijgestelde regime van die prestatie.
Voor de tariefwijziging was het tarief dat de Haagse Wijk- en Woonzorg rekende € 20,68. Het nieuwe tarief van € 28,45 – dat vanaf 1 april in rekening wordt gebracht – kan hoogstens deels verklaard worden door de btw-heffing. Wanneer wordt uitgegaan van het oude tarief van 20,68 kan de btw-heffing niet hoger zijn dan € 4,34. Daarbij ontstaat door de btw-heffing ook recht op aftrek van de zgn. voorbelasting. Op basis van bijgevoegd stuk is mij onduidelijk wat de onderliggende oorzaken zijn van de stijging van het tarief los van de btw.
Bent u van mening dat personenalarmering een luxevoorziening is en daarom onder het hoogste BTW-tarief dient te vallen? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot het breed gepromote kabinetsbeleid om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen in een veilige omgeving?
Bent u ervan op de hoogte dat de kosten die samenhangen met het installeren van een personenalarmering in de thuissituatie en de maandelijkse abonnementskosten geen onderdeel uitmaken van het basispakket van de zorgverzekering en door zorgverzekeraars niet of nauwelijks worden vergoed, waardoor al snel het verplichte eigen risico van toepassing is? Hoe beoordeelt u dit?
Deelt u de mening dat het voor alleenstaande ouderen die maandelijks AOW, al dan niet met klein aanvullend pensioen, ontvangen sprake is van een flinke financiële aderlating? Kunt u uw antwoord toelichten?
Voor alle aanbieders van personenalarmering geldt vanaf 1 januari jl. het reguliere btw tarief voor hun dienstverlening. Daarmee is de concurrentieverstoring die voorheen bestond weggenomen. Consumenten kunnen een keuze maken uit de verschillende aanbieders en daarbij de prijzen vergelijken. Aanbieders die hun tarief hoger vaststellen dan anderen zullen daardoor wellicht klanten verliezen. Voor mensen die voorheen een tarief zonder btw betaalden, betekent dat inderdaad nu wel – in eerste instantie – een toename van kosten.
Voor lichamelijk gehandicapten die in een verhoogde risicosituatie verkeren, wordt persoonlijke alarmeringsapparatuur vergoed uit het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het gaat hier om lichamelijk gehandicapten bij wie een grote kans bestaat dat zij plotseling een beroep moeten doen op medische of technische hulp.
Verzekerden komen voor deze apparatuur in aanmerking als:
• er een duidelijke noodzaak bestaat om in geval van nood onmiddellijk medische of technische hulp van buitenaf in te roepen;
• de persoon gedurende langere tijd op zichzelf aangewezen is;
• de persoon niet in staat is in een noodsituatie te telefoon zelfstandig te bedienen.
Het gaat bijvoorbeeld om verzekerden die afhankelijk zijn van medische apparatuur (als ademhalingsapparatuur of zuurstofapparatuur of apparatuur voor thuisdialyse) of van ingrijpen van een arts of verpleegkundige. Het gaat daarbij om personen die vanwege hun ziekte of aandoening al zijn aangewezen op gebruik van medische apparatuur of op medische/verpleegkundige zorg en die in geval van een noodsituatie, acuut medische of technische hulp van buitenaf nodig hebben. De zorgverzekeraar moet nagaan of de verzekerde op de alarmeringsapparatuur is aangewezen; de verzekeraar kan zelf bepalen op welke wijze hij dat doet. Dat is zijn eigen bevoegdheid in het kader van de Zvw.
Deze alarmeringsapparatuur wordt veelal in bruikleen verstrekt en in dat geval is het verplicht eigen risico niet van toepassing. Indien de alarmeringsapparatuur in eigendom van de verzekerde wordt verstrekt, vallen de kosten van de apparatuur in principe onder het verplicht eigen risico. De Zvw-vergoeding voor persoonlijke alarmeringsapparatuur omvat niet de abonnementskosten voor de alarmcentrale. Enkele aanvullende verzekeringen bieden een (gedeeltelijke) vergoeding voor de abonnementskosten. Het verplicht eigen risico is uitsluitend van toepassing op de kosten van zorg en in dit geval van hulpmiddelen die op grond van de zorgverzekering worden vergoed. Anders dan in de vraag wordt gesuggereerd is het verplicht eigen risico niet van toepassing op alarmeringsapparatuur die niet uit de basisverzekering wordt vergoed.
Persoonlijke alarmeringsapparatuur kan tevens worden ingezet voor mensen met een andere beperking, een chronisch psychisch of psychosociaal probleem, zodat deze zelfstandig kunnen wonen, zogenaamde «sociale alarmering». Mensen kunnen op grond van de Wmo in verband met beperkingen in hun zelfredzaamheid een verzoek om ondersteuning aan de gemeente doen. Op het moment dat een gemeente vaststelt dat iemand een voorziening nodig heeft ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie en om langer zelfstandig te kunnen wonen kan de gemeente alarmeringsapparatuur of een vergoeding daartoe verstrekken. De gemeente kan in geval van een dergelijke verstrekking een eigen bijdrage in rekening brengen, overeenkomstig het ter zake bepaalde in het Besluit maatschappelijke ondersteuning. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen en vermogen van de betreffende persoon en bedraagt maximaal de kostprijs.
Is de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bereid deze noodzakelijke voorziening voor thuiswonende ouderen onder te brengen in het basispakket? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zoals in het antwoord op vraag 4 is aangegeven, behoort de persoonlijke alarmeringsapparatuur voor verzekerden met een lichamelijke handicap die in een verhoogde risicosituatie verkeren tot het basispakket van de Zvw.
Voor thuiswonende mensen met een beperking, een chronisch psychisch of psychosociaal probleem die geen aanspraak kunnen maken op de Zvw maar in hun zelfredzaamheid thuis kunnen worden ondersteund met persoonlijke alarmeringsapparatuur, biedt de Wmo mogelijkheden. Ik zie geen aanleiding om persoonlijke alarmeringsapparatuur voor thuiswonende ouderen die geen beroep kunnen doen op de Zvw of de Wmo, onder te brengen in het basispakket van de Zvw.
Is de Minister van VWS voorts bereid met verzekeraars over het voorgaande overleg te plegen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Bent u bereid deze vragen met het oog op de komende behandeling van het wetsvoorstel Wmo 2015 spoedig te beantwoorden?
Zoals beschreven in mijn uitstelbericht van 2 mei, was het tot mijn spijt niet mogelijk de antwoorden voor aanvang van de Kamerbehandeling aan u te sturen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-2042.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.