Vraag 2 en 3
Wat vindt u er van dat de PvdA, de SP en D66 een democratische partij willen belemmeren
haar eigen achterban te vertegenwoordigen? Hoe beoordeelt u de uitingen van deze partijen?
Hoe gaat u voorkomen dat andere politieke partijen het de PVV onmogelijk maken om
– net als andere partijen dat doen – deel te nemen aan lokale of landelijke politiek,
met de daarbij horende aspecten, zoals bijvoorbeeld het leveren van voorzitters, het
deelnemen aan commissies en het vervullen van functies waarin de provincie wordt vertegenwoordigd?
Antwoord 2 en 3
De Minister van BZK treedt in beginsel niet in de oordelen en keuzes van politieke
partijen, tenzij deze in strijd zijn met de wet. De PVV kan, net als elke andere politieke
partij, deelnemen aan verkiezingen en – indien eenmaal gekozen – deelnemen aan beraadslaging
en besluitvorming.
Bij de samenstelling van commissies hebben Provinciale Staten respectievelijk de gemeenteraad
te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in Provinciale Staten respectievelijk
de gemeenteraad vertegenwoordigde groeperingen (artikel 80, derde lid, Provinciewet; artikel 82, derde lid, Gemeentewet).
Een lid van de Provinciale Staten, respectievelijk de gemeenteraad, is voorzitter
van de commissie (artikel 80, vierde lid, Provinciewet; artikel 82, vierde lid, Gemeentewet). De Provinciale Staten respectievelijk de gemeenteraad kan er voor kiezen zelf de
voorzitter te benoemen dan wel dit aan de commissie over te laten.
Aangezien de samenstelling van dergelijke commissies, met inbegrip van het voorzitterschap,
tot de autonomie van decentrale overheden behoort, is het niet aan de Minister van
BZK om hierin te treden. Dit geldt ook voor de vraag wie de Provinciale Staten of
de gemeenteraad naar buiten toe vertegenwoordigen.
Vraag 4
Wilt u deze vragen ruimschoots voor 22 mei, de dag waarop de verkiezingen van het
Europees Parlement plaatsvinden, beantwoorden?