Vragen van de leden AgnesMulder en Omtzigt (beiden CDA) aan de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Financiën over de exclusieve afnameverplichtingen tussen brouwers en horecaondernemers op de biermarkt en het effect van aangekondigde maatregelen in de grensregio (ingezonden 11 september 2013).

Antwoord van staatssecretaris Weekers (Financiën) mede namens de minister van Economische Zaken (ontvangen 8 oktober 2013)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat Koninklijke Horeca Nederland inzage krijgt in de analyse van de biermarkt door de Autoriteit Consument en Markt?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat eerlijke handel en concurrentie en een sterke positie van de Nederlandse horecaondernemer van groot belang is voor de Nederland en met name de grensstreek?

Antwoord 2

Het is belangrijk dat de Nederlandse horecabiermarkt goed functioneert. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat sprake is van effectieve concurrentie, opdat dienstverlening zoveel mogelijk aansluit bij de behoeften van consumenten. Dit geldt zowel voor de grensstreken als voor de rest van Nederland.

Vraag 3

Kunt u aangeven hoeveel de verwachte accijnsopbrengst van bier (in de rijksbegroting) voor 2012 was? Wat was de uiteindelijke opbrengst in de bieraccijnzen? Waardoor wordt het verschil verklaard?

Antwoord 3

Bij de Miljoenennota 2012 werd een opbrengst van de bieraccijns verwacht van € 377 miljoen. In 2012 is een opbrengst gerealiseerd van € 382 miljoen. Deze bescheiden meevaller van € 5 miljoen (1,3%) is het gevolg van een iets hogere bierconsumptie dan verwacht.

Vraag 4

Kunt u aangeven wat de bierconsumptie van burgers uit omliggende landen in Nederland was, zowel in de horeca als verkoop uit supermarkten en vice versa?

Antwoord 4

Het is het kabinet niet bekend hoeveel bier burgers uit omringende landen in Nederland consumeren of kopen in supermarkten en vice versa. De herkomst van klanten wordt in horecagelegenheden en supermarkten niet geregistreerd.

Vraag 5

Als bier duurder wordt door een belastingverhoging ten opzichte van Duitsland en België, hoeveel schat uw rekenmodel dan in dat:

  • a. er extra binnenkomt door de extra accijns;

  • b. er minder binnenkomt, doordat mensen minder consumeren in de horeca en minder kopen in de supermarkten;

  • c. er minder binnenkomt doordat in de grensregio’s meer inkopen in Duitsland en België worden gedaan?

Antwoord 5

De ontwikkeling van de ontvangsten van de bieraccijnzen hangt met name af van een eventuele beleidsmatige mutatie in de tarieven en/of de grondslagen van deze accijns. In de raming van de ontwikkeling van de ontvangsten van de bieraccijns wordt daarnaast rekening gehouden met de verwachte volumegroei van de consumptie in een bepaald jaar. Er is geen standaard rekenregel voor het effect van een belastingverhoging van 1 cent in Nederland onder de veronderstelling dat de prijzen gelijk blijven in Duitsland en België.

Vraag 6

Kunt u alle memo’s en rapporten van de afgelopen twee jaar van uw ministeries, de belastingdienst en de douane die een (in)schatting bevatten van grenseffecten bij de verkoop van bier en/of de financiële gevolgen daarvan, doen toekomen aan de Kamer?

Antwoord 6

Aan dit verzoek is niet op korte termijn te tegemoet te komen. Dit zal eerst moeten worden geïnventariseerd. Naar verwachting zal ik hier eind oktober zicht op hebben. Voor zover er stukken beschikbaar blijken te zijn, zal ik deze separaat aan uw Kamer doen toekomen.

Naar boven