Vragen van de leden Voortman (GroenLinks), Schouw (D66), Gesthuizen (SP), Ouwehand
(PvdD) en Voordewind (ChristenUnie) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
over de voorgenomen ontruiming van de vluchtflat (ingezonden 25 september 2013).
Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 8 oktober
2013)
Vraag 1
Kent u de brief van de Amsterdamse burgemeester van 18 september 2013, waarin hij
aangeeft dat de vluchtflat binnenkort ontruimd wordt? Zo ja, kunt u aangeven wat er
verder gebeurt met de bewoners zonder uitzicht op een verblijfsvergunning?
Antwoord 1
Ik ken de brief van de burgemeester van Amsterdam en heb deze brief op 30 september
jl. beantwoord. Uitgangspunt is dat de bewoners van de Vluchtflat zelf een keuze hebben:
wie bereid is om actief aan terugkeer te werken, komt in aanmerking voor tijdelijk
onderdak in de vrijheidsbeperkende locatie met de mogelijkheid van facilitering door
de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), inclusief een financiële tegemoetkoming ten
behoeve van de terugkeer.
Vraag 2
Deelt u de overtuiging dat ook deze groep uitgeprocedeerde asielzoekers, behoudens
degenen met criminele antecedenten, niet in vreemdelingendetentie thuishoren? Zo nee,
hoe verhoudt dit zich tot uw visie op een humaner asielbeleid?
Antwoord 2
Nee. Zoals ik in mijn brief van 13 september jl. (Kamerstuk II 19 637, nr. 1721) aan uw Kamer heb toegelicht, is vreemdelingenbewaring een uiterst middel. Daar waar
uit individuele dossiers blijkt dat er zicht is op gedwongen vertrek en een lichter
toezichtsmiddel niet aangewezen is, kan de betrokken vreemdeling in vreemdelingenbewaring
worden geplaatst. De keuze voor een lichter toezichtsmiddel, anders dan vreemdelingenbewaring,
is het resultaat van een weging van factoren waarbij onder meer de mate waarin de
vreemdeling zijn terugkeer belemmert en het reëel risico op onttrekking, een rol spelen.
Nu de bewoners van de Vluchtflat niet getuigen van terugkeerbereidheid en nauwelijks
willen praten met de DT&V, sluit ik niet uit dat in individuele gevallen vreemdelingenbewaring
het uiterste middel kan zijn.
In tegenstelling tot hetgeen de vraagstelling suggereert, sluiten een humaner vreemdelingbeleid
en het handhaven van het vreemdelingenbeleid elkaar niet uit. Het humaan aspect zit
in de individuele afweging over het al dan niet opleggen van vreemdelingenbewaring
en de wijze van uitvoering van vreemdelingenbewaring. Ik heb in mijn brief van 13 september
jl. aangegeven mij sterk te zullen maken voor een humaan terugkeerbeleid, door een
individuele toepassing van de terugkeermaatregelen en aandacht voor de specifieke
situatie van vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven. Als het uiterste middel
van bewaring wordt opgelegd, vindt dat plaats in een (voortdurend) humaan regime met
oog voor de menselijke maat.
Vraag 3
Kunt u aangeven wie er verantwoordelijk is voor het welzijn van deze mensen indien
zij weer op straat terechtkomen? Kunt u garanderen dat zij niet verstoken blijven
van medische hulp indien dit noodzakelijk is?
Antwoord 3
De bewoners hebben daarin een eigen keuze en verantwoordelijkheid. De Rijksoverheid
heeft voor hen onderdak beschikbaar dat aansluit bij het terugkeerperspectief. Indien
ze desondanks voor de straat kiezen, hebben ze – zoals elke illegale vreemdeling –
nog steeds recht op medisch noodzakelijke zorg.
Vraag 4 en 5
Deelt u de mening dat deze mensen niet op straat mogen belanden? Zo nee, waarom niet
en hoe denkt u dat deze mensen onder die treurige omstandigheden vertrek vanuit Nederland
kunnen regelen? Deelt u het standpunt van de Amsterdamse burgemeester dat werken aan
terugkeer vanaf de straat niet werkt en dat daarom voorzien moet worden in alternatieve
opvang? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om ervoor te zorgen dat voor de bewoners van de vluchtflat alternatief
verblijf wordt gefaciliteerd voordat tot ontruiming wordt overgegaan? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4 en 5
Ik deel de ambitie om te voorkomen dat de bewoners van de Vluchtflat op straat belanden.
Zoals ik ook in antwoord op vraag 1 heb aangegeven, komt iedereen die bereid is om
actief aan terugkeer te werken in aanmerking voor onderdak in de vrijheidsbeperkende
locatie. Daar kan de DT&V deze vreemdelingen intensief faciliteren bij het organiseren
van hun terugkeer, waarbij de DT&V maatwerk biedt, gericht op de individuele behoeften
van de vreemdeling, met het oog op het wegnemen van de drempels voor terugkeer.
Vraag 6
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?