Vragen van de leden Eijsink en Gunal-Gezer (beiden PvdA) aan de Minister van Defensie over het artikel «Militair te snel dupe valse aangifte» (ingezonden 5 maart 2014).

Antwoord van Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) (ontvangen 7 april 2014)

Vraag 1

Kent u het artikel «Militair te snel dupe valse aangifte»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 4

Welke rechtvaardigingsgrond voert u aan voor het gevoerde beleid dat er onmiddellijk overgegaan wordt tot het op non-actief stellen van militairen nog voor een (strafrechtelijk-) onderzoek is uitgevoerd?

Welke rechtvaardigingsgrond voert u aan voor het ontslag van militairen zonder voorafgaand (strafrechtelijk) onderzoek?

Antwoord 2 en 4

Er is geen sprake van ontslag zonder voorafgaand onderzoek. Indien er mogelijk sprake is van laakbaar gedrag dat aanleiding kan zijn voor ontslag, stelt de commandant een intern (huishoudelijk) onderzoek in. Als er mogelijk sprake is van een strafbaar feit, wordt het intern onderzoek opgeschort om een strafrechtelijk onderzoek niet te verstoren. Deze opschorting vindt plaats totdat het Openbaar Ministerie besluit om tot vervolging over te gaan of tot toestemming van het Openbaar Ministerie is verkregen het intern onderzoek voort te zetten.

Wanneer de gedraging waarvan de militair wordt verdacht zodanig is dat ontslag kan volgen, heeft Defensie de mogelijkheid om de militair intussen als maatregel van orde te schorsen. De ordemaatregel kan ook worden ingezet wanneer het voor de goede gang van zaken op het onderdeel nodig is dat betrokkene daar gedurende het onderzoek niet aanwezig is. Ofschoon een dergelijke schorsing door betrokkene soms als straf wordt ervaren, is het alleen een ordemaatregel waarvan de gevolgen geheel worden teruggedraaid als geen ontslag volgt.

Vraag 3 en 5

Welke rechtvaardigingsgrond voert u aan voor het (onmiddellijk) intrekken van de Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) van militairen zonder afgerond (strafrechtelijk) onderzoek?

Hoe verhoudt het gevoerde beleid zich met het uitgangspunt dat schuld aan een strafbaar feit eerst bewezen dient te zijn?

Antwoord 3 en 5

Een aangifte van een mogelijk strafbaar feit of het instellen van een strafrechtelijk onderzoek op zich leiden niet tot het intrekken van de VGB. Pas nadat het onderzoek is voltooid en heeft geleid tot een veroordeling vanwege een strafbaar feit zoals bedoeld in de beleidsregeling justitiële antecedenten bij veiligheidsonderzoeken, kan het besluit worden genomen de VGB in te trekken. Tegen dit besluit kan betrokkene vervolgens bezwaar en later eventueel beroep instellen.

Vraag 6

Welke compensatieregeling geldt er voor onterecht geschorste militairen?

Antwoord 6

Indien een militair is geschorst omdat hij mogelijk zal worden ontslagen, kan (een deel van) zijn bezoldiging en inkomsten worden ingehouden. Deze worden alsnog uitbetaald indien geen ontslag volgt.

Vraag 7

Welke compensatieregeling geldt er voor het onterecht intrekken van de VGB?

Antwoord 7

Bij een verdenking van een strafbaar feit of bij een schorsing wordt de VGB niet ingetrokken. De VGB wordt pas ingetrokken als betrokkene is veroordeeld voor een strafbaar feit, dat relevant is ingevolge de beleidsregeling justitiële antecedenten bij veiligheidsonderzoeken. Mocht blijken dat een VGB ten onrechte is ingetrokken, wordt alsnog een VGB verleend.

Vraag 8

Welke compensatieregeling geldt er oor het onterecht gegeven ontslag?

Antwoord 8

Wanneer een ontslagbesluit wordt vernietigd door de bestuursrechter betekent dit dat betrokkene achteraf gezien in dienst is gebleven. Hij ontvangt dan alsnog zijn bezoldiging en eventuele inkomsten over de periode dat hij was «ontslagen».

Vraag 9

Wie is verantwoordelijk voor het door de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst gevoerde beleid ten aanzien van het intrekken van de VGB zonder voorafgaand afgerond (strafrechtelijk) onderzoek?

Antwoord 9

Van een dergelijk beleid is geen sprake, zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 10

Welke maatregelen gaat u nemen om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen?

Antwoord 10

Er is geen aanleiding het in de antwoorden uiteengezette beleid aan te passen.

Vraag 11

Wat is de omvang van de problematiek rondom huiselijk geweld in militaire gezinnen?

Antwoord 11

De precieze omvang van de problematiek rondom huiselijk geweld in militaire gezinnen is niet bekend. Medewerkers melden het huiselijk geweld niet altijd aan de defensieorganisatie en zijn daartoe ook niet verplicht. Er is geen registratie hiervan.

Vraag 12

Welke aanpak hanteert u bij de aanpak van de problematiek rondom huiselijk geweld in militaire gezinnen?

Antwoord 12

Wanneer er sprake is van problematiek rondom huiselijk geweld, kan onder andere het dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk bij de oplossing hiervan ondersteuning bieden. Daarbij wordt zo nodig de hulp ingeschakeld van andere interne hulpverleners zoals de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg en de Dienst Geestelijke Verzorging of externe hulpverleners zoals het Steunpunt Huiselijk Geweld.

Zoals vermeld in het antwoord op vraag 3 zal Defensie, indien sprake is van een (strafrechtelijk) onderzoek, de medewerker niet meteen ontslaan, maar eerst de uitkomst van het onderzoek afwachten.


X Noot
1

Telegraaf van 4 maart 2014

Naar boven