Vragen van de leden Schouw en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Buitenlandse Zaken over de voorwaarden voor het laten overkomen van gezinnen naar Nederland (ingezonden 3 maart 2014).

Mededeling van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 25 maart 2014)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Ik wil ook naar Nederland papa»?1

Vraag 2

Op basis van welke objectieve criteria wordt bepaald welke nationaliteiten uitgezonderd worden van de machtiging voor voorlopig verblijf (mvv-vereiste) zoals vastgelegd in de Vreemdelingenwet 2000, artikel 17, eerste lid?

Vraag 3

Kunt u uiteenzetten op basis van welke overwegingen de huidige vrijstellingen voor Australië, Canada, Japan, Monaco, Nieuw-Zeeland, Vaticaanstad, de Verenigde Staten en Zuid-Korea verleend zijn? Zijn deze overwegingen openbaar?

Vraag 4

Klopt het dat het op zeventien Nederlandse consulaten en/of ambassades niet mogelijk is om een taaltest te doen?

Vraag 5

Klopt het dat deze taaltest telefonisch afgenomen wordt? Zo ja, waarom is er voor gekozen om deze mogelijkheid niet op al onze posten aan te bieden?

Vraag 6

Bent u bereid om deze taaltest voortaan op alle posten aan te bieden?

Vraag 7

Klopt het dat als de telefoonverbinding met Nederland zo slecht is dat om die reden de test niet gehaald wordt, de kandidaat deze test niet kosteloos opnieuw mag doen? Zo ja, waarom gebeurt dit niet?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, dat de schriftelijke vragen van de leden Schouw en Sjoerdsma (beiden D66) over de voorwaarden voor het laten overkomen van gezinnen naar Nederland (ingezonden 3 maart 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

NRC Next, 27 februari 2014

Naar boven