Vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Turkse campagnes tijdens de gemeenteraadsverkiezingen 2014 (ingezonden 19 februari 2014).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 25 maart 2014)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «#GR2014 In Nederland spreken we Nederlands»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Hoe oordeelt u over het belachelijke gegeven dat partijen als de PvdA voor Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen campagne voeren in het Turks?

Deelt u de visie dat immigranten zich aan dienen te passen aan de Nederlandse samenleving en niet de Nederlandse samenleving aan immigranten? Zo ja, kunt u bevestigen dat ook u vindt dat Nederlands de voertaal is in Nederland en dit ook dient te zijn bij verkiezingen?

Hoe geloofwaardig bent u eigenlijk als Minister van integratie, die op papier wijst op het belang van de Nederlandse taal maar tijdens verkiezingen zelf campagne voerde in het Turks en daarnaast lid is van een partij die hier ook in 2014 vrolijk mee verder gaat?

Antwoord 2, 3 en 4

Ik verwacht van iedere burger in Nederland dat hij of zij zich inzet om actief mee te doen en een bijdrage te leveren aan de samenleving. Of je nu nieuwkomer bent of je familie al generaties lang in Nederland woont: iedereen heeft dezelfde rechten en plichten in Nederland. Het is daarom noodzakelijk dat mensen de Nederlandse taal spreken en weten hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit.

We moeten echter realistisch zijn; het vergt tijd om een nieuwe taal te leren. Niet iedere stemgerechtigde Nederlander is het Nederlands machtig. Dit doet niets af aan hun stemrecht. Het staat politieke partijen vrij deze mensen te bereiken en actief te betrekken bij onze democratie door middel van een campagne. Politieke participatie draagt bij aan integratie en participatie van nieuwkomers in Nederland.

Vraag 5

Welke maatregelen bent u voornemens te treffen om te zorgen dat campagnes voor Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen gewoon gevoerd worden in het Nederlands?

Antwoord 5

Geen.

Naar boven