Vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de groeiende groep terugkerende jihadisten (ingezonden 25 februari 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 24 maart 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1437.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Steeds meer Syriëgangers terug in Nederland»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Kunt u aangeven waar de teruggekeerde islamitische terroristen zich in Nederland bevinden (per regio)?

Welk deel van de teruggekeerde jihadisten heeft ervaring als strijder en waarom worden deze tikkende tijdbommen niet direct opgepakt en vastgezet bij terugkomst?

Antwoord 2 en 3

Ik doe in het openbaar geen mededelingen over concrete gevallen. Wel kan ik melden dat inmiddels ruim twintig jihadisten zijn teruggekeerd uit Syrië.

Zoals ik eerder aan uw Kamer heb gemeld2, maakt de AIVD van gesignaleerde teruggekeerde jihadstrijder een dreigingsinschatting. Het Openbaar Ministerie (OM) bekijkt per geval of strafrechtelijk onderzoek mogelijk is. Parallel hieraan zet de burgemeester in de lokale driehoek een specifieke aanpak in op personen die een risico vormen. In elk individueel geval wordt de beste aanpak vormgegeven met als doel de mogelijke dreiging die van deze personen uitgaat te verminderen.

Vraag 4

Ziet u het belang in van invoering van administratieve detentie in de strijd tegen het islamitisch terrorisme? Zo nee, hoe duidt u het absurde gegeven dat deze jihadisten – die medeverantwoordelijk zijn voor gruwelijke misdaden in Syrië – gewoon weer kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving?

Antwoord 4

Een bestuursrechtelijke maatregel om teruggekeerde jihadstrijders preventief in hechtenis of administratieve detentie te nemen is onder de huidige wetgeving niet mogelijk. Wanneer van een persoon een dreiging uitgaat – bijvoorbeeld omdat de persoon van plan is uit te reizen naar of is teruggekeerd van een jihadistisch strijdgebied – dan beschikt het Openbaar Ministerie over voldoende wettelijke instrumenten om, samen met de politie, strafrechtelijk op te treden. Tevens bestaan er bestuurlijke instrumenten voor de aanpak, zoals het stopzetten van toeslagen en uitkeringen, het nemen van paspoortmaatregelen en het kunnen bevriezen van financiële tegoeden. Ik acht het creëren van aanvullende administratieve detentiemogelijkheden daarom op dit moment niet noodzakelijk.


X Noot
1

Telegraaf.nl, 24 februari 2014

X Noot
2

Tweede Kamer Vergaderjaar 2013–2014, nrs. 994 en 1049

Naar boven