Vraag 1 t/m 10
Wat is uw oordeel over het optreden van de gevolmachtigde Minister van Curaçao tegen
een journalist op vrijdagmiddag 28 februari jl. in de Dr. Nelly Winkelschool op Curaçao?1
Kent u de verklaring van de betreffende journalist dat hij al sleurend en duwend uit
de school werd gewerkt en daarbij een klap tegen de borst heeft gekregen?
Acht u het wenselijk dat een lid van de Rijksministerraad kritische journalisten op
gewelddadige wijze laat verwijderen?
Waarom hebben lijfwachten van de gevolmachtigde Minister van Curaçao voorafgaand aan
dit geweldsincident de betreffende journalist in de school gevolgd?
Wat is uw opvatting van de rechtvaardiging van deze actie door de gevolmachtigde Minister
van Curaçao: «Het kan wel zijn dat hij op zoek is naar een pak rammel, maar dat krijgt
hij niet van mij.»?
Acht u het gerechtvaardigd dat de lijfwachten van de gevolmachtigde Minister van Curaçao
een dergelijk «pak rammel» wel hebben gegeven?
Waren deze lijfwachten reguliere politiemensen?
Kunt u zich voorstellen dat journalisten door een dergelijk optreden door de gevolmachtigde
Minister van Curaçao angstig worden om kritisch en onafhankelijk te berichten?
Welke middelen hebt u als voorzitter van de Rijksministerraad om op te treden tegen
een gevolmachtigde Minister die niet fatsoenlijk omgaat met journalisten?
Bent u bereid contact op te nemen met de Minister-President van Curaçao om het opreden
van de gevolmachtigde Minister van Curaçao te bespreken?
Antwoord 1 t/m 10
De aangelegenheid waarop de vragen betrekking hebben, behoort tot de bevoegdheid van
de autoriteiten van het land Curacao. Het is niet aan de Minister-President, Minister
van Algemene Zaken om in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Ministerraad of voorzitter
van de raad van Ministers van het Koninkrijk deze aangelegenheid van een standpunt
te voorzien.