Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister-President over de agressie van de gevolmachtigde Minister van Curaçao tegenover een journalist (ingezonden 5 maart 2014).

Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 20 maart 2014).

Vraag 1 t/m 10

Wat is uw oordeel over het optreden van de gevolmachtigde Minister van Curaçao tegen een journalist op vrijdagmiddag 28 februari jl. in de Dr. Nelly Winkelschool op Curaçao?1

Kent u de verklaring van de betreffende journalist dat hij al sleurend en duwend uit de school werd gewerkt en daarbij een klap tegen de borst heeft gekregen?

Acht u het wenselijk dat een lid van de Rijksministerraad kritische journalisten op gewelddadige wijze laat verwijderen?

Waarom hebben lijfwachten van de gevolmachtigde Minister van Curaçao voorafgaand aan dit geweldsincident de betreffende journalist in de school gevolgd?

Wat is uw opvatting van de rechtvaardiging van deze actie door de gevolmachtigde Minister van Curaçao: «Het kan wel zijn dat hij op zoek is naar een pak rammel, maar dat krijgt hij niet van mij.»?

Acht u het gerechtvaardigd dat de lijfwachten van de gevolmachtigde Minister van Curaçao een dergelijk «pak rammel» wel hebben gegeven?

Waren deze lijfwachten reguliere politiemensen?

Kunt u zich voorstellen dat journalisten door een dergelijk optreden door de gevolmachtigde Minister van Curaçao angstig worden om kritisch en onafhankelijk te berichten?

Welke middelen hebt u als voorzitter van de Rijksministerraad om op te treden tegen een gevolmachtigde Minister die niet fatsoenlijk omgaat met journalisten?

Bent u bereid contact op te nemen met de Minister-President van Curaçao om het opreden van de gevolmachtigde Minister van Curaçao te bespreken?

Antwoord 1 t/m 10

De aangelegenheid waarop de vragen betrekking hebben, behoort tot de bevoegdheid van de autoriteiten van het land Curacao. Het is niet aan de Minister-President, Minister van Algemene Zaken om in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Ministerraad of voorzitter van de raad van Ministers van het Koninkrijk deze aangelegenheid van een standpunt te voorzien.

Naar boven