Vragen van het lid Fokke (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het aanhoudende misbruik van de Wet openbaarheid bestuur (ingezonden 24 januari 2014).

Mededeling van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 13 maart 2014)

Vraag 1

Kent u het bericht «Gemeenten weigeren Wob-verzoek via e-mail en fax»1 en herinnert u zich eerdere vragen over het misbruiken van de wet Openbaarheid van Bestuur?2

Vraag 2

Kent u ook andere signalen van met name gemeenten die gedupeerd zijn door personen die de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) menen te moeten gebruiken voor onzinnige verzoeken die alleen bedoeld zijn om zichzelf te verrijken en waarbij het in geen geval daadwerkelijk om de gevraagde informatie gaat? Zo ja, deelt u dan ook de indruk dat dit probleem voor gemeenten nog nauwelijks langer hanteerbaar is? Zo nee, hoe kan het dat deze signalen u niet hebben bereikt?

Vraag 3

Wanneer hebben u de eerste signalen over structureel oneigenlijk gebruik van de WOB, met als kennelijk enige doel het verkrijgen van een dwangsom, bereikt? Wat hebt u, anders dan het onderzoeken van het probleem, gedaan om het ook daadwerkelijk op te lossen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de ergerniswekkende aard en omvang van het genoemde probleem vraagt om een snelle en doortastende oplossing? Zo ja, waar had u aan gedacht en op welke korte termijn komt die oplossing? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat het uitzonderen van de WOB van de dwangsomregeling uit de Algemene wet bestuursrecht, zoals ook voorgesteld in het wetsvoorstel Open overheid (Kamerstuk, 33 328) een oplossing van het genoemde probleem biedt? Zo ja, deelt u dan ook de mening dat deze oplossing niet kan wachten op de afronding van de parlementaire behandeling van dat wetsvoorstel, maar eerder moet worden doorgevoerd? Zo ja, op welke termijn kunt u dat, bijvoorbeeld door middel van een spoedwet, regelen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

De Kamervragen van het lid Fokke (PvdA) over het aanhoudende misbruik van de Wet openbaarheid van bestuur (2014Z01175) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De beantwoording vergt meer tijd, vanwege de samenhang met de kabinetsreactie op de motie-Fokke/Taverne over het tegengaan van misbruik van de dwangsomregeling (Kamerstukken II 2013/14, 33 750 VII, nr. 22), die ik uw Kamer zo spoedig mogelijk zal toesturen.

Nadat uw Kamer deze kabinetsreactie heeft ontvangen, zal ik u vervolgens zo snel mogelijk het antwoord op de Kamervragen doen toekomen.


X Noot
2

Aanhangsel van Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 159

Naar boven