Vragen van de leden Bouwmeester en Fokke (beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over jurisprudentie ten aanzien van de handhaving van het ingezetenencriterium voor coffeeshops (ingezonden 6 september 2013).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 3 oktober 2013)

Vraag 1

Kent u het bericht «Rechter verklaart OM niet-ontvankelijk in zaak coffeeshops Maastricht»?1

Vraag 2

Kunt u een overzicht en een inhoudelijke samenvatting geven van de rechterlijke uitspraken ten aanzien van het ingezetenencriterium vanaf mei 2012 tot heden?

Vraag 3

Vormen bovenstaande uitspraken gezamenlijk een eenduidige jurisprudentie ten aanzien van het ingezetenencriterium? Zo ja, waaruit blijkt die eenduidigheid? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u in zijn algemeenheid de mening dat, indien jurisprudentie geen eenduidige rechtsbron oplevert, de wetgever daar zelf door middel van wetgeving voor moet zorgen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat in het geval de jurisprudentie met betrekking tot het ingezetenencriterium geen eenduidige rechtsbron oplevert, u voor wetgeving over dit onderwerp dient te zorgen? Zo ja, gaat u binnen de in het Regeerakkoord geschetste kaders rondom het ingezetenencriterium en de handhaving daarvan, wetgeving aanhangig maken? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Bouwmeester en Fokke (beiden PvdA) van uw Kamer aan de minister van Veiligheid en Justitie over jurisprudentie ten aanzien van de handhaving van het ingezetencriterium voor coffeeshops (ingezonden 6 september) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven