Vragen van het lid De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over EU-plan om Oekraïne geld te geven (ingezonden 26 februari 2014).

Antwoord van Minister Timmermans ( Buitenlandse Zaken) (ontvangen 17 maart 2014)

Vraag 1

Is de regering van plan om financiële middelen aan Oekraïne ter beschikking te stellen?1

Antwoord 1

Nederland heeft in 2013 fondsen beschikbaar gesteld aan Oekraïne. Het gaat om EUR 726.000 vanuit Matra-fondsen (in dit bedrag is verdisconteerd een verhoging van EUR 250.000 die werd doorgevoerd ter uitvoering van de motie Ten Broeke-Bonis van 19 december 20122), om EUR 420.000 uit het Mensenrechtenfonds en bijna EUR 90.000 uit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid.

Voor 2014 is EUR 400.000 geraamd vanuit Matra-middelen. Vanuit het Mensenrechtenfonds is EUR 645.000 geraamd.

Vraag 2

Zo ja, hoeveel Euro per Nederlander wil de regering aan Oekraïne geven?

Antwoord 2

Bovengenoemde bedragen die Nederland bilateraal ter beschikking stelt behelzen een fractie van een euro per Nederlander.

Vraag 3

Waarom besteedt de regering dat geld niet aan lastenverlichting voor Nederlanders?

Antwoord 3

Omdat deze middelen een ander doel dienen: bijdragen aan de versterking van de rechtsstaat en de bescherming van de mensenrechten in een buurland van de Europese Unie.

Vraag 4

Kunt u garanderen dat we dat geld ooit terug zullen zien?

Antwoord 4

De in vraag 1 genoemde bijdragen betreffen schenkingen.

Vraag 5

Deelt u de mening dat als de EU zelf geld wil geven aan Oekraïne, dit geld beter besteed kan worden aan lastenverlichting voor inwoners van de EU en dus ook voor Nederlanders? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Uw Kamer is per brief van 5 maart jl. geïnformeerd over het Europese steunpakket van EUR 11 miljard dat de Commissie op 6 maart jl. aan de Europese regeringsleiders heeft gepresenteerd: zie hiervoor ook de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 17 maart waarin het verslag van de bijeenkomst van regeringsleiders is opgenomen. Van dit steunpakket komt EUR 3 miljard uit de EU-begroting, waarvan EUR 1,4 miljard subsidies zijn (verdeeld over een periode van zeven jaar). De Nederlandse bijdrage is ongeveer 5%. Deze middelen vallen onder het plafond van Categorie IV (Extern Beleid) van de EU-begroting, dat een slagvaardig en effectief extern beleid van de Europese Unie beoogt.

Vraag 6

Wilt u deze vragen separaat en vóór 4 maart 12.00 uur beantwoorden?

Antwoord 6

De vragen zijn separaat beantwoord. Ten behoeve van de volledigheid is met de beantwoording van deze vragen gewacht tot na de bijeenkomst van Europese regeringsleiders op 6 maart jl. waar de Europese Commissie haar steunpakket heeft gepresenteerd.

Vraag 7

Wilt u – mits beschikbaar – bij uw beantwoording een verslag toevoegen van het bezoek van EU Hoge Vertegenwoordiger Catherine Asthon aan Oekraïne?

Antwoord 7

Bijgevoegd is de verklaring die HV Ashton aflegde na haar bezoek aan Oekraïne op 25 februari.3


X Noot
2

Kamerstuk 33 400 V nr. 57

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven