Vragen van het lid Fokke (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over strafbare feiten begaan door ambtenaren (ingezonden 25 februari 2014).
Mededeling van Minister Blok (Wonen en Rijksdienst) (ontvangen 17 maart 2014).
Vraag 1
Kent u het bericht «Zelden aangifte van strafbaar feit ambtenaren»?1
Vraag 2
Is het waar dat er van de door Nu.nl genoemde 279 gevallen van een mogelijk strafbaar
feit 45 keer aangifte is gedaan? Zo nee, wat is niet waar aan dat gestelde? Zo nee,
beschikt u over andere cijfers met betrekking tot integriteitsschendingen, mogelijke
strafbare feiten en het aantal aangiftes daarvan?
Vraag 3
Is het waar dat «tegen ambtenaren zelden aangifte (wordt) gedaan bij politie of het
Openbaar Ministerie als ze verdacht worden van het plegen van een mogelijk strafbaar
feit»? Zo ja, waarom wordt er zelden aangifte gedaan? Zo nee, wat is er niet waar?
Vraag 4
Bij hoeveel van de integriteitsschendingen die u kent is er sprake van mogelijk strafbare
feiten waarbij een aangifteplicht geldt op grond van artikel 162 van het Wetboek van
Strafvordering (Sv) of waarbij de ambtenaar gebruik heeft gemaakt van «macht, gelegenheid
of middel hem door zijn ambt geschonken»?
Vraag 5
Op welke gronden kan een overheidswerkgever afzien van het doen van aangifte van een
mogelijk strafbaar feit gepleegd door een van zijn ambtenaren?
Vraag 6
In hoeverre is het afwijken van de in artikel 162 Sv genoemde aangifteplicht mogelijk
en op welke gronden? Hoe vaak wordt er van die aangifteplicht afgeweken en welke gronden
worden daarvoor aangevoerd?
Vraag 7
Hoe vaak komt het voor dat een overheidswerkgever kennis van een integriteitsschending
heeft verkregen door informatie uit een al lopend strafrechtelijk onderzoek en daarom
geen aangifte meer hoeft te doen?
Vraag 8
Deelt u de mening van de in het bericht genoemde hoogleraren dat «het vanwege de bijzondere
positie van ambtenaren gewenst [is] om onderzoek eerder aan politie en justitie over
te dragen»? Zo ja, hoe gaat u dat bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Deelt u de mening van deze hoogleraren dat integriteitsregels in de wet moeten worden
vastgelegd? Zo ja, waarom en hoe gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Deelt u de mening dat interne maatregelen tegen integriteithendingen die tevens een
strafbaar feit inhouden, slechts zelden in de plaats mogen komen van het doen van
aangifte? Zo ja, hoe gaat u deze mening omzetten in staand beleid? Zo nee, waarom
niet en in welke gevallen acht u aangifte niet nodig?
Vraag 11
Deelt u de mening dat er behoefte is aan eenduidig beleid ten aanzien van integriteit
in het algemeen en het doen van aangifte van mogelijk strafbare feiten in het bijzonder?
Zo ja, hoe gaat u dit beleid tot stand brengen? Zo ja, acht u daar wetgeving voor
nodig? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Op 25 februari jl. heeft het lid Fokke (PvdA) vragen gesteld aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over strafbare feiten begaan door ambtenaren. De vragen
zijn gesteld naar aanleiding van berichtgeving op basis van een Wob-verzoek van Nu.nl
aan de ministeries en een aantal zbo's.
Aangezien de vragen vooral de rijksoverheid betreffen, zal ik deze beantwoorden mede
namens de minister van BZK.
Het verzamelen van de benodigde informatie vergt meer tijd. Ik zal u in april nader
informeren.
X Noot
1Nu.nl, 21 februari 2014