Vragen van de leden Jacobi en Dikkers (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over de inbeslagneming van vee bij een Friese bioboeroormerkweigeraar (ingezonden 17 februari 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 12 maart 2014).

Vraag 1

Kent u het bericht dat er vee van een bioboer/oormerkweigeraar is meegenomen door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat gaat u doen om alternatieven uit te werken voor de oormerkweigeraars, zoals al enige jaren door het Ministerie van Economische Zaken is toegezegd?

Antwoord 2

Op verzoek van de Tweede Kamer (motie TK 21 501-32, nr. 618) heeft mijn voorganger in 2012 een voorstel in Brussel ingediend voor een alternatieve identificatie voor de gewetensbezwaarden. Hierop is door de verantwoordelijke EU-commissaris geantwoord dat een goede identificatie en registratie van groot belang is voor de traceerbaarheid van de dieren en dat afwijkingen een belangrijke impact kunnen hebben op de betrouwbaarheid van het systeem. Het ingediende alternatieve voorstel is niet meegenomen in een eerder uitgewerkte impact onderzoek door de EU, zodat over de betrouwbaarheid geen uitspraken zijn te doen. Het voorstel is ook in de EU-werkgroep I&R aan de orde geweest, maar heeft daar geen medestanders gevonden.

In het thans voorliggende voorstel van de Europese Commissie in het kader van de identificatie van runderen wordt vastgehouden aan de verplichting dat het dier minimaal van één fysiek oormerk moet worden voorzien. Voor het tweede identificatiemiddel kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een maagbolus met een chip of een chip welke onderhuids wordt aangebracht. Een eventuele invoering van de gewijzigde verordening, op basis van elektronische identificatie van runderen, zal niet eerder dan over 5 jaar ingevoerd worden.

Hoewel de haalbaarheid op korte termijn gering is blijf ik me in EU-verband inzetten voor opname in de betreffende EU-verordening van een alternatieve identificatie voor gewetensbezwaarden.

Voor wat betreft de opgelegde korting in kader van het GLB heb ik ingevolge de huidige Europese regelgeving geen andere mogelijkheid dan vast te houden aan het opleggen van een korting van 20%. Wel ga ik hierover wederom in overleg met de Europese Commissie, om deze aangepast te krijgen.


X Noot
1

Leeuwarder Courant 12 februari 2014

Naar boven