Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Schouw (D66) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over diens uitspraken tijdens het debat van de Volkskrant over het asielbeleid op zondag 9 februari 2014 (ingezonden 14 februari 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 4 maart 2014).

Vraag 1

Kunt u uw uitspraken tijdens het debat van de Volkskrant over het asielbeleid op zondag 9 februari, waarbij het kinderpardon met het zuur en de strafbaarstelling illegaliteit met het zoet werden vergeleken, nader duiden? Wat is volgens u precies de definitie van zoet en wat de definitie van zuur?

Antwoord 1

Tijdens de bijeenkomst in de Rode Hoed heb ik toen het ging over zoet en zuur gezegd dat er in het regeerakkoord twee maatregelen zitten, zowel het kinderpardon als de Wet strafbaarstelling illegaal verblijf. Ik heb gezegd dat dit lastig is voor een bewindspersoon. Je zit immers op het snijvlak waar regeringspartijen het niet op voorhand helemaal met elkaar eens zijn. Dan heb je een lange passage in het regeerakkoord. Ik heb ervoor gekozen om te beginnen met de uitvoering van het kinderpardon, die een sterke wens is van de PvdA-fractie. De Wet strafbaarstelling illegaal verblijf, die een sterke wens is van de VVD-fractie, zal ik op een later moment uitvoeren. Ik heb er ook bij gezegd dat wat voor de een het zoet is, voor de ander het zuur is. Binnen de VVD-fractie is de Wet strafbaarstelling illegaal verblijf het zoet in het regeerakkoord en het kinderpardon het zuur. Voor de fractie van de Partij van de Arbeid is dat precies omgekeerd. Daar is het kinderpardon het zoet en de strafbaarstelling van illegaal verblijf het zuur.

Bovenstaande heb ik reeds aangegeven tijdens het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid van 13 februari jl.

Vraag 2

Kunt u aangeven of u namens het kabinet heeft gesproken?

Antwoord 2

Ja

Vraag 3

Kunt u aangeven of u met terugwerkende kracht spijt heeft van het feit dat u de regeling langdurig verblijvende kinderen heeft uitgevoerd?

Antwoord 3

Nee

Vraag 4

Kunt u aangeven welk signaal u met uw uitspraak wil afgeven aan de kinderen die onder de bovengenoemde regeling een verblijfsstatus hebben verkregen?

Antwoord 4

Ik heb geen signaal willen geven.

Vraag 5

Kunt u aangeven hoe uw uitspraken zich verhouden tot een humaner asielbeleid, zoals dit ook is afgesproken met de Kamer tijdens het plenaire debat rondom het overlijden van de heer Dolmatov op 18 april 2013?

Antwoord 5

Met genoemde uitspraken in de Rode Hoed heb ik geen relatie willen leggen met het uitgangspunt van een humaan asielbeleid. De uitspraken gaven slechts duiding aan twee punten uit het regeerakkoord waaraan ik mij nog altijd gebonden weet, en verwijzen naar de gevoelens die binnen de beide regeringsfracties over de onderwerpen «kinderpardon» en «strafbaarstelling illegaal verblijf» leven.

Naar boven