Vragen van de leden Karabulut, PaulusJansen en Kooiman (allen SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Ministers voor Wonen en Rijksdienst en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een groeiend aantal huisuitzettingen van gezinnen met kinderen (ingezonden 18 februari 2014).

Mededeling van staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de minister voor Wonen en Rijksdienst en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 3 maart 2014)

Vraag 1

Kunt u de toename van het aantal huisuitzettingen, waaronder gezinnen met kinderen, bevestigen, alsmede een toename van het beroep dat gedaan wordt op noodopvang? Wat vindt u van deze ontwikkeling?1 2

Vraag 2

Hoe lang zijn de wachtlijsten voor de maatschappelijke opvang? Hoeveel kinderen zitten in de maatschappelijke opvang? Hoeveel kinderen zitten in de daklozenopvang?

Vraag 3

Hoe verhoudt deze ontwikkeling zich tot de ratificatie door Nederland van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind? Deelt u de mening dat uithuiszetting van kinderen in strijd is met dit verdrag?

Vraag 4

Wat is uw verklaring voor de sterke stijging van uithuisplaatsingen?

Vraag 5

Deelt u de analyse van Nadja Jongmann, lector rechten, schulden en incasso aan de Hogeschool Utrecht, dat er twee belangrijke redenen voor de toename van het aantal huisuitzettingen zijn, de toename van algehele schuldenproblematiek als gevolg van de economische crisis en het ontbreken van een langdurige intensieve budgetondersteuning voor de groep die moeite heeft met (gewenning aan) beperkt inkomen? Zo ja, wat gaat u met deze kennis doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wat zijn de directe en maatschappelijke kosten van een uithuisplaatsing?

Vraag 7

Wat vindt u van de oproep om huisuitzettingen te verbieden indien kinderen in het spel zijn, mits betrokken ouder of ouders begeleiding en schuldhulpverlening accepteren?3

Vraag 8

Bent u bereid bindende afspraken te maken met gemeenten, woningbouwcorporaties en welzijnswerkers over het voorkomen van huisuitzetting bij kinderen, met als uitgangspunt, het gebeurt niet, mits mensen bereid zijn om mee te werken aan schuldhulpverlening of budgetondersteuning? Zo ja, wanneer kunnen wij een voorstel hiertoe verwachten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Wat weerhield u er tot nu toe van om huisuitzettingen waarbij kinderen betrokken zijn te allen tijde te verbieden? Op welke wijze zouden deze bezwaren weggenomen kunnen worden? Onder welke voorwaarden of nadere bepalingen bent u bereid mee te werken aan een verbod op huisuitzettingen indien daarbij kinderen in het spel zijn?

Vraag 10

Bevestigt u het belang van een goede en vroegtijdige onderlinge afstemming en samenwerking tussen gemeente, corporaties, maatschappelijk werk, energieleverancier, zorgverzekering en belastingdienst om complexe en oplopende schulden te voorkomen? Zo ja, welke maatregelen, afspraken of wetten en regels bevorderen naar uw mening op dit moment reeds deze samenwerking en afstemming en welke belemmeren deze samenwerking en afstemming?

Vraag 11

Kunt u specifiek toelichten welke gevolgen de preferente positie van de belastingdienst, het korten van uitkeringen als strafmaatregel en het terugtreden van de overheid in het algemeen kan hebben op de schuldenproblematiek en daarmee op het aantal huisuitzettingen? Bent u bereid deze regels aan te passen opdat schulden worden voorkomen en schuldhulpverleners effectieve hulp kunnen bieden?

Mededeling

Hierbij deel ik u, mede namens de minister voor Wonen en Rijksdienst en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mee dat u de beantwoording van de Kamervragen van de leden Karabulut, Paulus Jansen en Kooiman (allen SP) over «een groeiend aantal huisuitzettingen van gezinnen met kinderen» niet binnen de gestelde termijn van drie weken zult ontvangen. Daar er half maart nieuwe cijfers over huisuitzettingen in 2013 van Aedes beschikbaar komen, geef ik er de voorkeur aan om bij de beantwoording van de Kamervragen rekening te houden met deze actuele cijfers.

Naar boven