Vragen van de leden Lodders en Neppérus (beiden VVD) aan de Staatssecretarissen van
Economische Zaken en van Financiën over het bericht dat varkenshouders teleurgesteld
zijn in EZ (ingezonden 6 februari 2014).
Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) mede namens de Staatssecretaris
van Financiën (ontvangen 7 maart 2014).
Vraag 1
Kent u het bericht «Varkenshouders teleurgesteld in EZ»?1
Vraag 2 en 3
Kunt u toelichten waarom is besloten om het huisvestingssysteem voor dragende zeugen
uitgevoerd met een voerligbox met uitloop niet op te nemen in de nieuwe Maatlat duurzame
veehouderij, waardoor als gevolg hiervan geen gebruik meer kan worden gemaakt van
fiscale regelingen, zoals VAMIL en MIA?
Deelt u de opvatting dat het vreemd is dat één systeem wordt uitgezonderd ten opzichte
van andere systemen, terwijl dit systeem op meerdere gebieden aantoonbare voordelen
heeft op het gebied van dierenwelzijn, milieu, diergezondheid en management? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Doelstelling van de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) is het stimuleren van koploperbedrijven
om te investeren in een duurzame veehouderij. Het betreft maatregelen voor milieu,
dierenwelzijn en diergezondheid die verder gaan dan de wettelijke normen en reguliere
systemen. Stallen die voldoen aan de voorwaarden van de MDV komen in aanmerking voor
de fiscale regelingen Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige Afschrijving
Milieu-investeringen (Vamil). De lat van de MDV wordt stapsgewijs hoger gelegd. Op
deze wijze wordt met de MDV innovatie en de verdere verduurzaming van de veehouderij
gestimuleerd.
Staand beleid is dat met de MDV en de fiscale regelingen geen wettelijke minimummaatregelen
financieel worden ondersteund. In het kader van de Europese dierwelzijnsregelgeving
voor groepshuisvesting van zeugen is de reguliere voerligbox met uitloop de minimale
invulling van de wettelijke voorschriften voor dierenwelzijn. Om deze reden is deze
huisvestingsvorm niet meer opgenomen in de MDV. Deze werkwijze is in 2013 ook toegepast
voor de koloniekooihuisvesting van legkippen.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat het Ministerie van Economische Zaken geen systeemkeuzes behoort
te maken, aangezien er verschillende huisvestingssystemen voor dragende zeugen zijn,
die stuk voor stuk zowel voor- als nadelen hebben op het gebied van dierenwelzijn,
milieu, diergezondheid en management? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het is een ondernemersbeslissing welk huisvestingssysteem wordt gekozen. Deze keuze
zal een varkenshouder op verschillende aspecten baseren zoals arbeid, management,
dierenwelzijn, milieu en diergezondheid. Het blijft mogelijk om te investeren in voerligboxen
met uitloop, maar dit staltype komt niet meer in aanmerking voor fiscale ondersteuning.
Vraag 5
Bent u bereid om tegemoet te komen aan de oproep van de varkenshouders om de maatlat
aan te passen, zodat zij alsnog gebruik kunnen maken van VAMIL en MIA? Zo nee, kunt
u aangeven wat de financiële gevolgen hiervan zijn voor de ondernemers?
Antwoord 5
Varkenshouders kunnen gebruik blijven maken van de MIA en Vamil door andere vormen
van (groeps)huisvesting toe te passen. De MDV stimuleert koploperbedrijven te investeren
in een duurzamere veehouderij. De lat van de MDV wordt daarom stapsgewijs hoger gelegd.
Zoals eerder aangegeven is het een individuele ondernemerskeuze of men aan de MDV
mee wil doen.
Vraag 6
Wat zijn de extra geraamde kosten voor de begroting als ook varkenshouders met andere
systemen, zoals met stallen voor dragende zeugen die niet zijn uitgevoerd met een
voerligbox met uitloop, gebruik mogen maken van de fiscale faciliteiten, zoals VAMIL
en MIA van de Maatlat duurzame veehouderij?
Antwoord 6
De investeringskosten voor de voerligboxen met uitloop liggen in dezelfde orde van
grootte als van andere toegepaste groepshuisvestingssystemen (KWIN: Kwantitatieve
Informatie Veehouderij). De regelingen zijn gebudgetteerd.
De milieulijst voor de MIA-Vamil regeling wordt zodanig vastgesteld dat met de beschikbare
middelen het meest optimale milieu- en, in het geval van de MDV, ook dierenwelzijnsresultaat
wordt behaald. Dit betekent dat als de investeringskosten voor de voerligboxen met
uitloop opnieuw worden toegevoegd, andere investeringen uit de Milieulijst moeten
vervallen en per saldo het te bereiken milieu- en dierenwelzijnseffect afneemt.
X Noot
1Boerderij, 4 februari 2014