Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Financiën over het bericht «Den Haag en tabak» (ingezonden 5 september 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Economische Zaken (ontvangen 2 oktober 2013).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het vierde deel van de artikelenreeks over de macht van de tabakslobby, «Den Haag en tabak»?1

Antwoord 1

Mijn reactie op deel vier van de artikelenreeks komt overeen met mijn reactie op het eerste deel van de artikelenreeks.

Vraag 2, 3, 4 en 5

Klopt het dat u slechts de halve waarheid hebt verteld aan de Kamer, omdat voorafgaand aan het regeringsstandpunt inzake het EU voorstel over de tabaksproductenrichtlijn eerst een schriftelijke inspraakronde is georganiseerd door het Ministerie van VWS voor de hele tabaksbranche en deze is uitgenodigd mee te denken over de nieuwe richtlijn? Kunt u chronologisch aangeven hoe de consultatie van de tabaksbranche heeft plaats gevonden, wanneer de regering haar standpunt heeft bepaald en wanneer het standpunt aan de Kamer is gezonden?

Was u op de hoogte van het feit dat het Ministerie van VWS actief de tabaksbranche heeft benaderd bij de bepaling van het beleid inzake de Europese tabaksproductenrichtlijn?

Waarom heeft u tijdens het algemeen overleg van 28 februari jongstleden niet verteld dat het ministerie de tabaksbranche zelf om input heeft gevraagd om het regeringsstandpunt voor het BNC (Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen) fiche te bepalen?

Hoe verhoudt het vragen naar de mening van de tabakslobby nog vóór dat er een regeringsstandpunt ligt zich tot de woorden van de Minister van VWS dat er alleen contact wordt gezocht wanneer dat noodzakelijk wordt geacht, bijvoorbeeld waar het gaat om technische zaken bij implementatie van wet- en regelgeving?2

Antwoord 2, 3, 4 en 5

Tijdens het algemeen overleg van 28 februari is mij gevraagd hoe ik denk over de tabaksindustrie en contacten met de tabaksindustrie. Ik heb toen aangegeven dat wij ons strikt houden aan de internationale afspraken over contacten met de tabaksindustrie, maar dat het soms noodzakelijk kan zijn de industrie te consulteren, bijvoorbeeld als het gaat om technische zaken bij implementatie van wet- en regelgeving of de gevolgen van bepaalde maatregelen voor een fabriek of bedrijfstak. Zie ook mijn antwoorden op de Kamervragen die ik uw Kamer op 2 september jl. heb toegezonden3.

Reeds voor de publicatie van de Tabaksproductenrichtlijn ontving VWS verzoeken tot overleg van de tabaksindustrie. VWS heeft er bewust voor gekozen om, ten tijde van het opstellen van het regeringsstandpunt, niet met de tabaksindustrie en de gezondheidsorganisaties in overleg te treden. Partijen zijn hierop gewezen en op het feit dat zij de mogelijkheid hadden om schriftelijk op het voorstel te reageren, zoals dat in elk beleidsproces kan. Pas na het versturen van het BNC-fiche aan de Tweede Kamer op 25 januari 2013 hebben partijen de kans gekregen om hun standpunten mondeling toe te komen lichten. Deze gesprekken vonden plaats op 29 en 30 januari 2013.

Vraag 6, 7 en 8

Klopt het dat er op het Ministerie van Financiën geen richtlijnen gelden voor het benaderen van de tabaksindustrie?4 Zo neen, welke richtlijnen zijn dan van toepassing? Kan de Kamer een afschrift krijgen van de richtlijnen die het ministerie hanteert bij het benaderen van de tabaksbranche in relatie tot het FCTC (Framework Convention on Tobacco Control)-verdrag?

Welke richtlijn hanteert het Ministerie van VWS inzake het benaderen van de tabaksbranche? Zo ja, kan de Kamer hiervan een afschrift krijgen? Zo nee, bent u bereid een concrete richtlijn voor ambtenaren te maken hoe te handelen inzake de tabaksbranche in relatie tot het FCTC-verdrag?

Onderschrijft u de conclusie dat het FCTC-verdrag inhoudt dat ministeries niet actief de tabaksbranche mogen benaderen als de overheid nieuwe regelgeving maakt om het tabaksgebruik te ontmoedigen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6, 7 en 8

Bij het benaderen van de tabaksbranche hanteren alle betrokken ministeries de lijn waaraan tot op heden is vastgehouden en waarover ik u uitgebreid heb geïnformeerd in de reeds genoemde antwoorden van 2 september jl. en bovenstaand antwoord op vragen 2, 3, 4 en 5. De politieke besluitvorming geschiedt zonder betrokkenheid van de branche.

Vraag 9

Bent u nog steeds van mening dat Nederland en uw ministeries niet handelen tegen het ondertekende FCTC-verdrag van de World Health Organisation? Zo ja, waarom?

Antwoord 9

Ja. Zoals gemeld in bovenstaande antwoorden en mijn antwoorden van 2 september is van schending van het FCTC-verdrag in al deze gevallen geen sprake.


X Noot
1

Vrij Nederland, De tabakslobby (4), Den Haag en tabak, september 2013

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012–2013 nr. 3127

X Noot
3

ah-tk-20122013-3127.

X Noot
4

Mail aan Ivo van Woerden Vrij Nederland, persoonlijke mededeling

Naar boven