Vragen van de leden Beertema en Wilders (beiden PVV) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat er op het Ibn Ghaldoun sprake was van een losgeslagen cultuur, een incompetent bestuur en het mede schuldig zijn van ouders en docenten (ingezonden 28 januari 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 17 februari 2014)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Ibn Ghaldoun gaf «prestigeklas» een status aparte: docenten knepen een oogje toe bij gesjoemel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u van oordeel dat de schoolleiding en het schoolbestuur adequaat hebben gehandeld toen de lerares Nederlands die het waagde in een lessituatie het woord «hond» te gebruiken en zogenaamd aanstootgevende boeken wilde behandelen2, door de leerlingen en de ouders werd bespot, vernederd, bespuugd en bedreigd, waarna er ook nog bij haar werd ingebroken? Zo ja, waarom?

Antwoord 2

De schoolleiding en het bestuur gaan over individuele personele aangelegenheden. De inspectie heeft, voorafgaand aan het onderzoek naar het bestuurlijk handelen, met de betrokken lerares (die in maart 2013 ontslag had genomen) gesproken en heeft de bevindingen uit dit gesprek betrokken bij het onderzoek naar het bestuurlijk handelen. Dit is een van de redenen waarom de schoolcultuur en de sociale veiligheid in het inspectierapport kritisch besproken zijn. Onder andere op basis hiervan komt de inspectie tot de conclusie dat er geen vertrouwen is in de mogelijkheden van het bestuur om de kwaliteit van het onderwijs duurzaam te waarborgen. Mede naar aanleiding van deze conclusie heb ik besloten de bekostiging van de school te beëindigen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het niet doen van aangifte van bedreiging, intimidatie en afpersing de veiligheid in een school ernstig ondermijnt?

Antwoord 3

Als er sprake is van strafbare feiten, zoals bedreiging, intimidatie en afpersing, moet altijd aangifte worden gedaan.

Vraag 4

Waarom heeft de school de aangifte van de lerares niet overgenomen, toen zij zodanig was geïntimideerd dat zij deze introk?

Antwoord 4

Ik ga niet in op speculaties over het handelen van schoolleiding en bestuur in individuele personele aangelegenheden.

Vraag 5

Waren de bestuurders van het Rotterdamse onderwijs wel of niet op de hoogte van de details die vandaag in het Algemeen Dagblad staan, toen zij besloten om het islamitisch voortgezet onderwijs te redden? Zo ja, waarom wilden zij deze corrupte onderwijscultuur in stand houden op het moment dat die had moeten en kunnen verdwijnen?

Antwoord 5

De bestuurders van het Rotterdamse onderwijs hebben zich – nadat de bekostiging van Ibn Ghaldoun was beëindigd – gezamenlijk bereid verklaard de leerlingen van de school op te vangen. Ik vind dat zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben genomen en dat is te prijzen. Er is een nieuwe school opgericht waar de meeste oud-leerlingen van Ibn Ghaldoun heen zijn gegaan. Er is een nieuw docentenkorps samengesteld. Een klein deel van de docenten van Ibn Ghaldoun is aangenomen door de nieuwe school. Zo kunnen zij samen hun eigen onderwijscultuur opbouwen.

Vraag 6

Zijn de schoolcultuur en het pedagogisch klimaat op de geredde school nu in orde? Wordt er nog steeds geïntimideerd, bedreigd, gespuugd, geweigerd om les te krijgen over de holocaust en mag het woord hond, varken, etcetera, nog steeds niet worden genoemd? Zo nee, waarom was u toen niet op de hoogte, ondanks de vele aanwijzingen die u kreeg en nu wel? Zo ja, waarom grijpt u niet onverwijld in?

Antwoord 6

Bijna alle leerlingen zijn naar de nieuwe school De Opperd gegaan. Ik heb er vertrouwen in dat ze daar het onderwijs krijgen dat ze verdienen in een veilige schoolomgeving. De inspectie houdt daarbij de vinger aan de pols.

In mijn brief aan uw Kamer van 16 januari jl. (Kamerstukken II, 2013/2014, 31 289, nr. 182) heb ik de balans opgemaakt en ben ik, naar aanleiding van hun zelfevaluatie, uitvoerig ingegaan op het inspectieoptreden bij Ibn Ghaldoun en het samenspel tussen het toezicht en mijn bevoegdheden.


X Noot
1

Algemeen Dagblad, 25 januari 2014;

X Noot
2

«De Verbouwing» (feb. 2009), auteur Saskia Noort

Naar boven