Vragen van het lid Klever (PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de 120.000 verzekerden die al jarenlang geen zorgpremie betalen, waardoor er één miljard euro aan onbetaalde premies open staat (ingezonden 6 februari 2014).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 februari 2014)

Vraag 1

Wat is uw reactie op de tv-uitzending «120.000 verzekerden betalen al jaren geen zorgpremie»?1

Antwoord 1

Het uitgangspunt is dat mensen hun nominale zorgpremie betalen. Als teveel mensen niet betalen, ondermijnt dat op den duur de solidariteit in het stelsel.

Vraag 2

Gaat de komende wijziging van de wanbetalersregeling deze hardnekkige groep wanbetalers aanpakken? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

In de beantwoording op de vragen van de leden Bouwmeester en Kuzu heb ik vermeld dat er al een strikt handhavingsbeleid wordt gevoerd om zoveel mogelijk bestuursrechtelijke premie te innen. Alles wat binnen de wettelijke kaders mogelijk is aan (zinvolle) incassoactiviteiten wordt al gedaan. Forsere (dwang)maatregelen zijn in het bestuursrecht niet aan de orde.

In het wetsvoorstel is voorts de mogelijkheid opgenomen om bepaalde groepen wanbetalers terug te geleiden naar de zorgverzekeraar. Voor de teruggeleiding is het van belang zorgvuldige voorwaarden te formuleren. Daarover moeten goede afspraken worden gemaakt. Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), Zorgverzekeraars en diverse gemeenten zijn al geruime tijd in gesprek over de mogelijkheden voor deze teruggeleiding. Ik zal voortdurend blijven zoeken naar maatregelen of initiatieven die deze groep substantieel verkleint.

Vraag 3 en 4

Kunt u aangeven wat de verhouding is in deze hardnekkige groep wanbetalers tussen het aantal allochtonen en autochtonen?

Deelt u de mening dat het aantal wanbetalers nog veel harder zal toenemen door het openen van de grenzen voor Bulgaren en Roemenen?

Antwoord 3 en 4

Achtergrondkenmerken van alle wanbetalers in het bestuursrechtelijk premieregime, waaronder hun herkomst, worden in mijn opdracht jaarlijks verstrekt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en worden opgenomen in de VWS-Verzekerdenmonitor. De toepasselijke tabel is opgenomen op pagina 13.

Tabel 2.3: Wanbetalers naar herkomst

Van de groep «overige westerse allochtonen» is geen verdere uitsplitsing naar nationaliteit opgenomen. Ik heb vooralsnog geen aanleiding te veronderstellen dat het aantal wanbetalers veel harder zal toenemen omdat onderdanen uit de genoemde landen hier komen wonen of werken.

Voorts heb ik dit jaar verzocht om nadere en gerichte analyses van achtergrondgegevens van wanbetalers die al vanaf het begin bij CVZ zitten, van wie CVZ nooit premie heeft ontvangen en die betalingsachterstand hebben van 1 tot 2 jaar of meer. Met deze gegevens wil ik beoordelen of ik, in aanvulling op de maatregelen die in het wetsvoorstel al staan, gerichter beleid kan voeren om wanbetaling tegen te gaan. Daarnaast gaat CBS ook aantallen wanbetalers per postcodegebied in kaart brengen en dit koppelen aan achtergrondkenmerken, ten behoeve van de regionale bijeenkomsten die gaan plaatsvinden tussen zorgverzekeraars en gemeenten in het kader van preventieactiviteiten.

Vraag 5

Vindt u dat hardnekkige wanbetalers, die al jarenlang weigeren mee te werken aan een oplossing, nog wel alle zorg moeten ontvangen?

Antwoord 5

Indien de verzekering van deze wanbetalers zou worden opgeschort of zij geen recht meer hebben op een deel van de aanspraken, dan zal het ziekenhuis die medisch noodzakelijk zorg toch moeten verlenen. Het incassoprobleem wordt dan verplaatst naar de zorgaanbieder. Ik ben daar geen voorstander van.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Bouwmeester en Kuzu (beiden PvdA), ingezonden 6 februari 2014 (Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 1187)


X Noot
1

RTL Nieuws, 1 februari 2014

Naar boven