Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Milieu over de gevolgen van de miscalculatie van de busvervoerder EBS (ingezonden
28 januari 2014).
Antwoord van Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 12 februari
2014).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de problemen bij busbedrijf EBS?1 Zo ja, hoe beoordeelt u deze ontwikkelingen?
Antwoord 1
Ja. Ik vind deze ontwikkelingen vervelend voor de betrokkenen.
Vraag 2
Heeft u contact met de verantwoordelijke bestuurders van de stadsregio over deze kwestie?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat heeft u besproken?
Antwoord 2
In het kader van de decentralisatie heeft het Rijk een faciliterende rol bij het regionaal
openbaar vervoer. Het rijk verstrekt middelen (in de Brede Doeluitkering verkeer en
vervoer) en zorgt voor wet- en regelgeving, met name ten behoeve van de marktordening.
Provincies en WGR-plusregio’s dragen zorg voor een betrouwbaar, vlot, toegankelijk,
sociaal veilig en doelmatig regionaal openbaar vervoer dat past bij hun specifieke
regionale situatie. In deze kwestie ligt de verantwoordelijkheid dan ook bij de stadsregio
Amsterdam als concessie-verlener en bij het busbedrijf EBS als de concessiehouder.
Vraag 3
Welke rol ziet u voor uzelf weggelegd om te voorkomen dat reizigers in deze regio
straks weer in de auto stappen in plaats van in de bus?
Antwoord 3
Ik heb van de stadsregio Amsterdam begrepen dat zij inschatten dat de aanpassingen
in de dienstregeling voor veel reizigers een verbetering kunnen betekenen. Als dat
het geval is, zullen reizigers dus niet de overstap maken van de bus naar de auto.
Vraag 4
Is het toegestaan dat een partij die een aanbesteding heeft gewonnen gaande de looptijd
van de concessie de dienstregeling aanpast? Zo nee, wat gaat u eraan doen als dit
toch gebeurt?
Antwoord 4
Ja, dat is toegestaan. In het kader van de decentralisatie is het aan de decentrale
overheden om te besluiten over de inrichting van de concessie. De mate waarin een
concessie kan worden gewijzigd hangt mede af van de ruimte daarvoor in de aanbestedingscriteria
en de concessieafspraken tussen de partijen. In artikel 32 van de Wet personenvervoer
2000 is geregeld dat de concessieverlener voorschriften over de dienstregeling in
de concessie dient op te nemen. De Provinciale Staten en de Raden van de stadsregio’s
kunnen hierop toezicht uitoefenen. De dienstregeling zelf kan binnen de concessieafspraken
jaarlijks worden aangepast. De Stadsregio Amsterdam geeft aan dat in het geval van
Waterland de huidige aanpassingen binnen de concessieafspraken blijven en zijn besproken
met de consumentenorganisaties in het reizigersoverleg en met de gemeente.
Vraag 5
Deelt u de mening dat aanbestedende partijen in het openbaar vervoer niet alleen winst
moeten kunnen maken, maar ook moeten kunnen opdraaien voor verliezen?
Antwoord 5
Ja. Dat zijn in het algemeen de uitgangspunten van marktwerking.
Vraag 6
Wat gebeurt er met de buschauffeurs als er een nieuwe dienstregeling komt? Hoe kan
ontslag worden voorkomen?
Antwoord 6
De wijze waarop de vervoerder personeel inzet is in het algemeen geen zaak van de
Rijksoverheid. Het personeelsbeleid van de vervoerder is gerelateerd aan het CAO voor
het streekvervoer, hetgeen een zaak is tussen vervoerders en vakbonden. Het Burgerlijk
Wetboek regelt de positie van het personeel van vervoerbedrijven bij eventueel ontslag
of faillissement.
Vraag 7
Bent u van mening dat de privatisering van het openbaar vervoer heeft geleid tot een
beter openbaar vervoer? Zo ja, waar maakt u dat uit op? Zo nee, tot welke consequenties
leidt deze conclusie?
Antwoord 7
Uit het rapport van Twijnstra Gudde van november 2010 over «Efficiency-gegevens regionaal
stad- en streekvervoer» blijkt dat aanbesteden in Nederland leidt tot verbeterde efficiency
en meer en beter aanbod van het regionaal stad- en streekvervoer. Dit onderzoek behelst
een actualisatie van de efficiencygegevens voor het regionaal stad- en streekvervoer,
zoals in 2005 gepresenteerd
in de evaluatie van de Wet personenvervoer 2000. De conclusie in deze evaluatie was
dat «aanbesteding van stads- en streekvervoer door efficiencyverbetering daadwerkelijk
heeft geleid tot de verwachte verbetering van de prijs-kwaliteitverhouding in het
openbaar vervoer» (Twijnstra Gudde & MuConsult, 2005).
X Noot
1Noordhollands Dagblad, 22 januari 2014