Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht LTO en NVV boos over tariefverhoging Rendac (ingezonden 30 januari 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 7 februari 2014).

Vraag 1

Kent u het bericht «Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) en Nederlands Vakbond Varkenshouders (NVV) boos over tariefverhoging Rendac»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Klopt het dat Rendac een monopoliepositie heeft op de markt voor verwerking van destructiematerialen van overleden dieren? Zo nee, kunt u toelichten hoe deze markt eruit ziet zowel op nationaal als op internationaal niveau?

Deelt u de opvatting dat het een onwenselijke situatie is als Rendac inderdaad een monopoliepositie heeft en dat deze markt open gesteld moet worden voor nieuwe partijen? Zo ja, welke acties kunt u zelf hiervoor ondernemen, bijvoorbeeld op het vlak van de vergunningverlening?

Antwoord 2 en 3

Ik verwijs u hiervoor naar mijn brief over kadavertarieven van 5 februari 2014 en het door het LEI uitgevoerde onderzoek welke als bijlage is bijgevoegd.

Vraag 4

Klopt het dat het ministerie van Economische Zaken van oudsher geen voorstander is van een vrije markt voor kadaververwerking, omdat de risico’s voor de volksgezondheid te groot zouden zijn? Zo ja, kunt u nader onderbouwen waarom de risico’s voor de volksgezondheid te groot zouden zijn?

Antwoord 4

Nee. Ik verwijs u verder naar mijn brief over kadavertarieven van 5 februari 2014.

Vraag 5

Kunt u zich vinden in de veronderstelling van LTO en NVV dat de forse tariefstijging in 2013 samenhangt met de pas definitief geworden verkoop van het moederbedrijf? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Nee. De regulering van de totstandkoming van de tarieven borgt dat er geen overwinsten kunnen worden behaald. Ik verwijs u verder naar mijn brief over de kadavertarieven van 5 februari 2014.

Vraag 6

Hoe hoog acht u de kans dat Rendac ook een verhoging van de normgewichten gaat invoeren naast de tariefverhoging en wat zijn de financiële gevolgen hiervan voor de veehouderij?

Antwoord 6

Ik verwijs u hiervoor naar de beantwoording van vraag 13 van het lid Geurts (2014Z01108) die gelijktijdig aan de Kamer is verzonden.


X Noot
1

Boerderij Vandaag, 23 januari 2014

Naar boven